De Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS), heeft met grote verbazing en ontzetting, gereageerd op de recente wijzigingen in de ontwerpwet Collectieve Rechten van Inheemse en Tribale Volken. Volgens de VIDS, betekent de nieuwe conceptwet een volledige ommekeer ten opzichte van de oorspronkelijke wet uit 2021, die door president Santokhi was ingediend, en waarin de erkenning van deze rechten centraal stond.
De organisatie stelt dat de regering met deze wijzigingen bewust afwijkt van internationale standaarden en juridische verplichtingen, zoals vastgelegd in uitspraken van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens. “Alle maskers vallen af. Het is duidelijk dat deze regering onze collectieve rechten simpelweg niet wil erkennen”, aldus de VIDS.
De VIDS benadrukt, dat de nieuwe wet fundamentele tekortkomingen bevat. Zo wordt niet gesproken over ‘inheemse volken’ maar slechts over ‘inheemsen’, terwijl de term ‘tribale volken’ wel blijft bestaan. Dit ziet VIDS als een bewuste poging om de erkenning van inheemse volken als oorspronkelijke bewoners van Suriname, te ondermijnen. Daarnaast worden inheemse en tribale gemeenschappen niet automatisch erkend, maar moeten zij zich als rechtspersoon inschrijven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF) om in aanmerking te komen voor collectieve rechten. Bovendien stelt de wet, dat de regering eerst een wetenschappelijke studie moet uitvoeren naar de traditionele woon- en leefwijze van deze groepen, wat volgens VIDS de deur openzet voor de overheid, om te bepalen wie uiteindelijk collectieve rechten krijgt en wie niet.
De collectieve rechten worden in de wet niet direct erkend, maar slechts genoemd als iets waarvoor gemeenschappen na registratie, een aanvraag kunnen indienen. Daarnaast worden de grondenrechten niet vastgelegd als collectief eigendom, zoals internationaal verplicht is, maar slechts als ‘genot en gebruik’ van het gebied ten behoeve van de traditionele woon- en leefwijze. Ook wordt het traditioneel bestuur gereduceerd tot een formeel orgaan dat zich moet registreren bij KKF voordat het een verzoek mag indienen voor collectieve rechten.
Een ander punt van kritiek is dat bestaande concessies en rechten in inheemse gebieden, zoals mijnbouw, grondhuur en houtkap, onaangetast blijven en in bepaalde gevallen zelfs verlengd kunnen worden als dit wordt beschouwd als ‘algemeen belang’. VIDS stelt dat deze vage formulering misbruikt kan worden om commerciële belangen voorrang te geven boven de rechten van inheemse en tribale gemeenschappen. Verder wordt het principe van vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming (FPIC) in de wet beperkt tot slechts een vorm van inspraak bij economische activiteiten, zonder dat gemeenschappen daadwerkelijk zeggenschap hebben over besluiten die hun leefgebied aangaan.
VIDS noemt de wet een “minderwaardig wetsproduct”, dat vooral lijkt te dienen om de collectieve rechten van inheemse en tribale volken te ondermijnen. De organisatie roept De Nationale Assemblee op om haar rol als wetgevend orgaan serieus te nemen en zich niet slechts als verlengstuk van de regering op te stellen.