WE LEREN HET MAAR NIET: TIJDBOMMEN IN ONS MIDDEN

Hoe vaak is het al niet voorgekomen, dat onbewoonde, onbewoonbare en bouwvallige woningen, die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten, plotsklaps in brand vliegen. Vaak genoeg zijn deze ruïnes al enige tijd volledig overgenomen door een of meerdere dak- en thuislozen, die voor de verlichting kaarsen en ander brandbaar materiaal gebruiken. Het is dan ook niet ondenkbaar, dat er wel of niet opzettelijk, brand wordt veroorzaakt. En er zijn inmiddels tal van voorbeelden, waarbij deze wilde bezetters van verlaten panden, brand hebben veroorzaakt. Wie ook door onze hoofdstad rijdt en zijn of haar ogen goed de kost geeft, zal zien dat er wel honderden woningen leeg staan, die het doelwit kunnen worden van dak- en thuislozen.

Recentelijk plaatsten wij een foto van een prachtig voorbeeld van een totaal verlaten en deels reeds gesloopt pand aan de Watermolenstraat, waar de sloop door dak- en thuislozen, al geruime tijd gaande is. De eigenaar grijpt maar niet in en het is een vreselijk gezicht voor de toch al deels gehavende buurt. Maar de overheid doet helemaal niets om de eigenaars van deze panden te sommeren in te grijpen of het onmogelijk te maken voor onbevoegden, de gebouwen binnen te dringen. We hebben het hier niet over de opzettelijke brandstichtingen, die we het vorig jaar ook hebben gehad in het oudere gedeelte van onze binnenstad, maar het gevaar dat als een tijdbom heerst  door het occuperen van verlaten panden door onbevoegden die dak- of thuisloos zijn en een marginaal bestaan leiden. Vaak genoeg staan deze leegstaande en onbewaakte gebouwen pal naast panden die zeker nog in gebruik zijn door bewoning en of kantoor van derden. Bij het ontstaan van brand,  wel of niet opzettelijk veroorzaakt, is de schade vaak niet te overzien aan kapitale panden, waar veel geld in is gestoken bij de bouw en de algehele inventaris.  De overheid is tot op heden zeer laks geweest bij de bestrijding van dit niet nieuwe fenomeen, waar al zo vaak over geschreven is en verbetering voor is gevraagd. Er komen dagelijks dak- en thuislozen bij die door hun sociale positie, genoodzaakt zijn ergens onderdak en verzorging te zoeken. Er moet voor deze mensen, hoe moeilijk dat ook gaat, opvang en verzorging geregeld worden. Doen we niets en blijven er maar schouderophalend aan voorbij gaan, dan zal het probleem alleen nog maar nijpender worden en het gevaar voor nog meer schade aan panden, erger worden. Het is daarom van groot belang dat de overheid en met name het ministerie van Openbare Werken, meer aandacht hieraan gaan schenken en vooral eigenaars van verlaten en onbewoonbare panden oproept of dwingt, in te grijpen. We moeten deze bestaande tijdbommen in ons midden, zo snel mogelijk en effectief, neutraliseren.

More
articles