De laatste week van december 2024 werd Suriname opgeschrikt door het overlijden van ex-president Desi Bouterse, die meer dan vier decennia een onmiskenbare invloed uitoefende op de politiek en de financieel-economische ontwikkelingen in het land. De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) stelde onlangs in de decembereditie van economistenblad VES-Inzicht, dat Suriname tijdens Bouterse I en II, herhaaldelijk werd geteisterd door ondemocratische handelingen en financiële crises. Bouterse kwam aan de macht na een militaire coup in 1980, gevolgd door de buitenwerkingstelling van de grondwet en de Decembermoorden, waarvoor hij in 2024 werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Na zijn periode als dictator (1980-1987), werd Bouterse in 2010 democratisch gekozen tot president, maar zijn regering kwam steeds weer in financieel-economische crises terecht. Van devaluaties, koersstijgingen, inflatie tot macro-economische verstoringen, de ‘Bouterse-signatuur’ bracht Suriname keer op keer in economisch zwaar weer. Dit gebeurde ook tijdens de regering Bouterse II (2015-2020).
De VES waarschuwt dat het land nooit weer in deze vicieuze cirkel van financieel wanbeleid terecht mag komen, die leidde tot een toename van armoede en afhankelijkheid.
De VES benadrukt het belang van bewustwording onder de bevolking over de gevaren van autoritair beleid en financieel-economisch wanbeheer. De recente stap van de NDP – de partij waarvan Bouterse lange tijd de leider was – om een ethische gedragscode op te stellen, wordt als positief beschouwd. Deze code richt zich op integriteit, transparantie en verantwoording, en moet het vertrouwen van het publiek in de partij herstellen. Echter, de VES vraagt zich af, hoe geloofwaardig deze inspanning is als er geen onderzoek wordt uitgevoerd naar het financieel-economisch beleid van de regering-Bouterse, waarin Suriname werd gedompeld in schulden en economische achteruitgang.
Voor de toekomst is het cruciaal dat de NDP en andere politieke partijen daadwerkelijk transparantie tonen en interne onderzoeken starten naar corruptie en wanbeleid in het verleden. Indien dergelijke misstanden worden ontdekt, moet de partij bereid zijn haar verantwoordelijkheid te nemen en de verantwoordelijken niet in bescherming te nemen, maar juridische stappen ondernemen. ‘’Het voorkomen van financieel-economisch misbruik en de bescherming van staatsmiddelen moeten centraal staan in het politieke herstel van Suriname’’, aldus de VES.