De voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Guyana, Carl Greenidge, heeft zijn optimisme uitgesproken dat het Internationaal Gerechtshof (ICJ) tegen 2026 een uitspraak zou kunnen doen in de grenscontroverse tussen Guyana en Venezuela. Tijdens een webinar op 8 januari 2025 van de Guyana Business Journal & Magazine gaf Greenidge, die tevens de zaak van Guyana bij het ICJ vertegenwoordigt, een actualisatie over de juridische ontwikkelingen. De zaak werd in 2018 door Guyana naar het ICJ verwezen na jaren van vruchteloze onderhandelingen.

Greenidge benadrukte dat de rechtbank al had vastgesteld bevoegd te zijn om de kernvraag te onderzoeken: de geldigheid van het arbitrale vonnis van 1899 dat de grens tussen de twee landen definieerde. Hij legde uit dat Guyana zijn pleidooien had ingediend en dat Venezuela’s tegenmemoriaal is weerlegd vanwege “onnauwkeurigheden en verzinsels”. Venezuela’s reactie op deze weerlegging wordt in augustus 2025 verwacht, waarna de rechtbank mogelijk verdere vragen zal stellen.

Volgens Greenidge blijft Guyana optimistisch dat het proces, ondanks mogelijke vertragingen vanuit Venezuela, niet verder zal uitlopen dan 2026. Hij onderstreepte dat de uitkomst cruciaal is voor de economische ontwikkeling en de soevereiniteit van Guyana.

De grensdiscussie, die teruggaat tot de 19e eeuw, heeft herhaaldelijk geleid tot spanningen tussen de buurlanden. Hoewel het ICJ in 2023 voorlopige maatregelen uitvaardigde om Venezolaanse inmenging in Essequibo te voorkomen, heeft Venezuela sindsdien provocerende stappen gezet.

In april 2024 ondertekende president Nicolás Maduro een wet waarin Essequibo werd geclaimd als deel van Venezuela. Bovendien kondigde Maduro begin 2025 plannen aan om verkiezingen te houden voor een ‘gouverneur van Guayana Esequiba’. De Guyanese regering heeft deze acties scherp veroordeeld als schendingen van het internationaal recht en de Argyle-overeenkomst, die in december 2023 werd gesloten om vrede te waarborgen.

De komende uitspraak van het ICJ wordt gezien als een bepalend moment in de geschiedenis van het grensgeschil, met brede implicaties voor de geopolitieke en economische toekomst van Guyana en de regio.