Bestuurskundige August Boldewijn is het geheel eens met het standpunt van de regering, de overleden ex-president Desi Bouterse, geen staatsbegrafenis te geven. ‘’Het lijkt bijna alsof ik de adviseur ben geweest van meneer Ramdin, omdat dit de zaken waren die ik aan de orde wilde stellen en in gedachten had. Ik denk dus datgene wat de heer Ramdin gezegd heeft, juist datgene is dat moet gebeuren’’, aldus Boldewijn.
In het radioprogramma ABC Aktueel, ging Boldewijn in op wat er vooral in de geschiedenisboeken zou moeten staan over Bouterse. Volgens Boldewijn is het tijd, dat de geschiedenis van Desi Bouterse en zijn impact op Suriname, de aandacht krijgt die ze verdient. ‘’Hoewel hij president is geweest, heeft hij zowel positieve als negatieve bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van het land. Zijn rol in de Surinaamse politiek kan niet worden genegeerd en het is belangrijk, dat toekomstige generaties hiervan leren”, aldus Boldewijn. Hij blikte terug op de jaren tachtig en negentig, toen Bouterse tot twee keer toe een staatsgreep heeft gepleegd: in 1980 en in 1990. Als voormalig bevelhebber van het Nationaal Leger na de onafhankelijkheid, nam Bouterse de macht over op manieren die volgens Boudewijn, cruciale consequenties hadden voor het land.
‘’Bij een staatsgreep wordt de soevereiniteit van het volk gestolen. Dit heeft niet alleen intern, maar ook internationaal gevolgen gehad, waaronder moeizame erkenning door andere landen en een rem op de ontwikkeling van Suriname’’, aldus Boldewijn.
Ook wees Boldewijn op de vernietiging van eigendommen na de staatsgreep, waaronder belangrijke mediakanalen zoals radiostation ABC, de STVS, en De Ware Tijd. “Waarom dit geweld? Het laat zien, hoe een staatsgreep zonder ideologie slechts chaos brengt.” Daarnaast benadrukte Boldewijn het belang van geschiedschrijving over deze periode. Toevoegend zei hij, dat jongeren moeten weten, wat er is gebeurd.
‘’Het is essentieel om te leren over de impact van de staatsgrepen, inclusief de gevolgen van internationale isolatie. Landen die kort na een onafhankelijkheid een staatsgreep meemaken, hebben vaak moeite om wereldwijd erkenning te krijgen.’’ Boldewijn riep verder op tot een genuanceerde benadering van de geschiedenis. ‘’Deze periode kan niet zomaar genegeerd worden. Bouterse heeft zijn stempel gedrukt op Suriname, positief en negatief.’’ “Het is aan ons te graven naar de feiten, niet alleen over hem, maar ook over zijn partijgenoten en hun acties,” aldus Boldewijn.
Tot slot vindt Boldewijn dit cruciaal om een compleet beeld te schetsen van de politieke en sociale ontwikkeling van Suriname. Hij stelt voor dat er diepgaand historisch onderzoek wordt gedaan, en dat de bevindingen worden opgenomen in schoolboeken en andere geschiedkundige werken.