Suriname bevindt zich in 2025 op een kruispunt van grote economische uitdagingen en kansen. Het land, dat de afgelopen jaren zwaar werd getroffen door economische tegenspoed, lijkt zich langzaam te herstellen, maar de weg naar volledig herstel is volgens Winston Ramautarsing, econoom en vertegenwoordiger van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), nog lang en onzeker. Ramautarsing is kritisch over de huidige regering en de manier waarop de economie wordt aangepakt. Hij waarschuwt dat de politieke instabiliteit en de gebrekkige transparantie in het economisch beleid, de vooruitgang blijven belemmeren.

Volgens Ramautarsing wordt de regering te veel geprezen voor het behalen van goedkeuringen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), zonder dat dit daadwerkelijk enige fundamentele verbetering in de economie heeft gebracht. Hoewel de regering claimt acht opeenvolgende positieve reviews van het IMF te hebben behaald, stelt Ramautarsing dat dit een selectief geheugen is, omdat de regering in feite een slechte beoordeling kreeg van het IMF over meerdere jaren. Hij noemt de trots van de regering over deze goedkeuringen dan ook misleidend, en wijst erop dat Suriname in feite nog steeds diep in de schulden zit, met onduidelijkheden over de schuldsituatie, vooral met betrekking tot China.

‘’De regering beweert ook grote vooruitgang te hebben geboekt op het gebied van de internationale reserves, met een stijging van 0 naar 1,3 miljard, maar dit is onjuist. Volgens mijn berekeningen waren de werkelijke reserves veel lager en heeft de regering de cijfers gemanipuleerd om de situatie rooskleuriger voor te stellen dan deze in werkelijkheid is’’, zegt Ramautarsing. Volgens hem misleidt de regering het volk met onjuiste informatie. Hij stelt dat dit een schadelijke nieuwe politieke cultuur zou kunnen vormen als het niet wordt tegengaan.

Daarnaast bekritiseert Ramautarsing de zogenaamde stabiliteit van de Surinaamse wisselkoers en de afname van de inflatie.

De wisselkoers fluctueert voortdurend, van SRD 21 naar SRD 39, SRD 29, en nu weer naar SRD 35, wat volgens Ramautarsing allesbehalve stabiliteit betekent. ‘’De inflatie, hoewel gedaald van 61 procent naar 11 procent, heeft niet geleid tot lagere prijzen. Integendeel, de prijzen zijn nog verder gestegen, waardoor de koopkracht van de burgers verder afneemt.’’ Ramautarsing wijst erop dat dit gebrek aan vertrouwen in de economie ertoe leidt dat veel Surinamers hun geld in vreemde valuta sparen, wat de financiële instabiliteit alleen maar vergroot.

Hoewel Suriname in 2022 en 2023 een bescheiden economische groei van respectievelijk 2,4 procent en 2,5 procent zag, is deze groei te klein om het land uit de crisis te halen. Ramautarsing merkt op dat de groei in de meeste andere landen die uit een soortgelijke crisis zijn gekomen, aanzienlijk hoger was, vaak boven de 5 procent per jaar. ‘’De relatief lage groei van Suriname is onvoldoende om de diepe economische problemen van het land op te lossen, vooral gezien de bevolkingsgroei en de lange periode van economische krimp’’, aldus Ramautarsing.

Het slechte economische beleid van de regering heeft volgens Ramautarsing bijgedragen aan de nederlaag van de Nationale Democratische Partij (NDP) in 2020 en in 2025 dreigt opnieuw hetzelfde te gebeuren. Hij wijst erop dat, ondanks de inspanningen van de regering, Suriname nog steeds vastzit in een vicieuze cirkel van crises, veroorzaakt door herhaaldelijk slechte beleidskeuzes. Burgers werken hard voor een beter leven, maar worden steeds geconfronteerd met de gevolgen van verkeerd beleid, dat hen verder in de armoede dreigt te duwen.

Ramautarsing benadrukt dat de regering, Suriname een nieuwe richting moet geven en eerlijke en transparante economische maatregelen moet nemen om de vicieuze cirkel van economische instabiliteit te doorbreken. ‘’Het is niet genoeg om bezuinigingen door te voeren en externe goedkeuringen te behalen; er moet daadwerkelijk werk worden gemaakt van het opbouwen van een solide en veerkrachtige economie voor de toekomst. Alleen dan kan Suriname de uitdagingen van 2025 aangaan en de beloofde welvaart voor zijn burgers realiseren.’’