Geneviévre Jordan, de onlangs benoemde onderminister, benadrukte dat haar jarenlange ervaring met de uitdagingen in het binnenland, haar in staat stelt, praktische en duurzame beleidsoplossingen te formuleren. Haar uitgebreide ervaring als voormalig administratrice van het VOJ Albina en haar rol als parlementslid voor ABOP, hebben haar kennis en deskundigheid aanzienlijk verrijkt. Deze expertise kan nu worden ingezet om gerichte oplossingen te ontwikkelen en uitvoeren.

Onderminister Jordan zal zich in de toekomst richten op het verbeteren van de onderwijsinfrastructuur en de toegang tot basisvoorzieningen. Hierbij zal zij de lokale gemeenschappen betrekken bij het vormgeven van passend onderwijs. Bovendien zal zij ervoor zorgen dat alle leerlingen, ongeacht hun geografische woonplaats, gelijke kansen en kwalitatief hoogwaardig onderwijs krijgen.

Met haar bewezen staat van dienst en toewijding biedt de benoeming van Jordan hoop voor het onderwijs in Suriname. Hoewel de resterende regeerperiode kort is, kan haar aanpak een belangrijke impuls geven aan de hervormingen die het land nodig heeft.

In een interview met de Communicatie Dienst Suriname, gaf Jordan aan, dat haar benoeming tot onderminister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) een bijzondere betekenis voor haar heeft. “Vanaf het begin heb ik gezegd dat ik graag op beleidsniveau wil bijdragen aan de ontwikkeling van dit land. Vandaag is die kans verwezenlijkt”, aldus Jordan. Hoewel ze erkent dat er nog geen werkafspraken zijn gemaakt met onderwijsminister Henry Ori, ziet ze deze periode als een kans om het onderwijsbeleid nieuw leven in te blazen.

Leerkrachten en onderwijsinspecteurs hebben erop gewezen, dat er aanzienlijke verschillen bestaan in de onderwijsresultaten tussen districten zoals Marowijne en Nickerie. In Marowijne, waar scholen vaak te maken hebben met beperkte toegang tot drinkwater, elektriciteit en andere basisvoorzieningen, is de jaarlijkse opstart van het schooljaar, een terugkerende uitdaging. Deze omstandigheden zorgen ervoor dat leerlingen in Marowijne structurele achterstanden oplopen ten opzichte van hun leeftijdsgenoten in Nickerie, waar de infrastructuur en onderwijsfaciliteiten, beter ontwikkeld zijn.

De geografische isolatie en sociale omstandigheden in het binnenland, verergeren deze ongelijkheden. Het recente congres van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur bracht deze problemen verder naar voren en benadrukte de noodzaak van een geïntegreerde aanpak. Dit omvat niet alleen het verbeteren van de fysieke infrastructuur, maar ook het bieden van onderwijs, dat aansluit bij de culturele en sociale context van het binnenland.

President Santokhi verzekerde de onderminister de volledige steun van de regering bij het aanpakken van de vele uitdagingen in het onderwijs. Hij benadrukte dat het onderwijs moet aansluiten bij de specifieke context en behoeften van gemeenschappen in het binnenland. Hierbij zijn geografische uitdagingen, betrokkenheid van lokale actoren en het benutten van regionale potenties van groot belang. Daarnaast onderstreepte hij, dat onderwijs geen culturele vervreemding mag veroorzaken of ongelijkheid mag bevorderen. Het gebruik van onbevoegde krachten of het uitsluiten van lokale talen als instructietaal, moet daarom vermeden worden.

De benoeming van Jordan vond plaats op maandag 30 december 2024 in het Presidentieel Paleis, onder aanwezigheid van vicepresident Ronnie Brunswijk, First Lady Mellisa Santokhi-Seenacherry en diverse ministers. Met deze benoeming benadrukt de regering het belang van versterking van het onderwijsbeleid, met name gericht op de uitdagingen in het binnenland.

President Santokhi sprak zijn vertrouwen uit in de capaciteiten van de nieuwe onderminister en benadrukte de waarden van integriteit, toewijding, samenwerking en dienstbaarheid die van haar verwacht worden. “We hebben het volste vertrouwen dat u met vastberadenheid en wijsheid leiding zult geven”, aldus de president.