‘Verantwoord en beter financieel beheer van de staat’
Het parlement heeft onlangs drie financiële wetten in rap tempo behandeld en goedgekeurd. De wijzigingen van de Comptabiliteitswet en de Wet Spaar- en Stabilisatiefonds, zijn met 27 stemmen vóór en 11 tegen goedgekeurd. Beide wetten maken deel uit van de hervormingspogingen van de regering om het fiscale kader van de republiek te versterken. Het versterken van dit institutionele kader zal de impact van de volatiliteit van minerale hulpbronnen – inclusief nieuwe offshore olie – op het fiscale beleid verminderen.
Vanwege de verwachte stijging van de olieproductie biedt zich een unieke kans om groei en ontwikkeling te stimuleren. Een goed economisch en budgettair beheer is essentieel om het volledige potentieel van deze natuurlijke hulpbronnen te benutten. Het vaststellen van nieuwe regels voor het beheer van het Spaar- en Stabilisatiefonds is noodzakelijk om begrotingsmiddelen effectief te beheren. Het fonds zal dienen als stabili-satiemechanisme voor volatiële inkomsten en als langetermijnspaarmiddel voor huidige en toekomstige generaties. Hiervoor moest de wet op het Spaar- en Stabilisatiefonds aangepast worden.
NDP-fractieleider Rabin Parmessar stelde dat de wetten haastig zijn behandeld om Oppenheimer te faciliteren. Volgens Parmessar zijn er nog veel haken en ogen aan de wet. Parmessar zei dat de wet niet gaat om een stevig en sterk stabiliteitsfonds, zoals de regering wil doen geloven.
De wet moest volgens de regering aange-past worden, omdat een deel van de olie-opbrengsten uit Blok 58 toegewezen is voor het instrument voor waardeherstel (Value Recovery Instrument), dat is opge-nomen in de schuldsaneringsovereen-komst van de uitstaande internationale Op-penheimer-obligaties. Ivanildo Plein (NPS) meende dat de verantwoording en trans-parantie over het Spaar- en Stabilisatie-fonds, niet goed genoeg is uitgelegd. BEP- fractieleider Ronny Asabina, zei dat er overhaast is overgegaan tot de goedkeu-ring van de wet. Dit is volgens hem ten koste van de kwaliteit van de wet gegaan. Asiskumar Gajadien, voorzitter van de commissie van rappoteurs en fractieleider van de VHP, merkte op dat het Spaar- en Stabilisatiefonds niet veel verschilt van landen die in de wereld succesvol zijn. Hij benadrukte dat het Suriname ook moet lukken om successen te boeken.
Ten aanzien van de twee bovengenoemde wetten, is een motie ingediend die is aangenomen met 27 stemmen vóór en 12 tegen. Voor de planning, beleidsformule-ring en projectontwikkeling van en voor de agrarische sector, zijn onder andere betrouwbare agrarische statistieken nodig. Een agrarische telling verzamelt de nodige informatie over de agrarische bronnen en hulpmiddelen, die gebruikt worden voor de agrarische productie in ons land. In dat kader is de Wet Agrarische Telling 2025 met algemene 36 stemmen goedgekeurd. Deze telling moet mede bijdragen aan het verkrijgen van kennis en informatie over de sector. De commissie van rapporteurs voor de Wet Agrarische Telling 2025 bestaat uit: Mohamedsafiek Gowrie (vz), Remi Kanapé, drs. Roy Mohan, Annie Sadi, Remie Tarnadi, Jennifer Vreedzaam, Soerjani Mingoen – Karijomenawi en Fogatie Aserie.