De consequenties van foute meningen en voorspellingen in de politiek

In de afgelopen weken heb ik een paar keer presentaties bijgewoond van Robert Ameerali, voormalig vice-president en zakenman, die een rekenmodel heeft ontwikkeld voor het maken van prognoses over de zetelverdeling bij de komende verkiezingen. Uitgaande van aannames over aantallen stemmen  worden de zetelverdelingen berekend en met computer en projector direct zichtbaar gemaakt op het scherm.  Het rekenmodel is een goed instrument voor het toetsen van meningen over de aantallen zetels die mensen verwachten voor hun partij. Het is heel geschikt om groepsdiscussies op gang te brengen.  De paar sessies met verschillende groepen die ik meemaakte waren levendig en leerrijk.

Het optimisme van politieke actoren

Ameerali vertelde dat hem is opgevallen dat mensen de neiging hebben de kansen van hun eigen partij te overschatten.  Dit kan leiden tot nutteloze verkiezingscampagnes en kostbare verliezen in tijd en geld.  Het optimisme van oprichters van nieuwe politieke partijen is verbazingwekkend. Er zijn in de afgelopen maanden een paar bij gekomen.  Ik sprak op zondag 15 november op de radio in het programma Ja Wij Ook met de oprichters van de Nationale Bundelingspartij Suriname.  Het hoofddoel van deze nieuwe partij is een platform te zijn voor een bundeling van gekwalificeerde kandidaten van verschillende politieke partijen en bewegingen. Dit is een idee dat terug te vinden is bij verschillende partijen. Het geloof dat de oprichters van deze nieuwe partij hebben in de goedheid van hun missie is ongetwijfeld sterk, en ze geloven dat ze een goede kans maken om zetels te halen bij de komende verkiezingen. De vraag is of hun verwachtingen realistisch zijn. Exercities als die met Robert Ameerali kunnen leiden tot betere schattingen omdat de verschillende deelnemers de schattingen van anderen kunnen zien.  Dat kan leiden tot bijstelling van hun verwachtingen en het aanpassen van hun strategieen. Honderden psychologische onderzoeken hebben aangetoond dat de gemiddelde schatting in een groep mensen met enige kennis over een of andere kwestie,  vaak in de buurt komt van het juiste getal, al lopen individuele schattingen wijd uiteen.  Dit is het principe van “the wisdom of the crowd”.  Robert Galton, een 19de eeuwse Britse wetenschapper, vroeg eens aan enkele honderden bezoekers op een landbouwtentoonstelling het gewicht van een stier te schatten. Niemand gaf de juiste schatting en de schattingen toonden grote onderlinge verschillen. Maar het gemiddelde van alle schattingen (1200 kg) kwam dichtbij het werkelijke gewicht van de stier (1198 kg).

Foute politiek voorspellingen

 Goede en slechte inschattingen

Er zijn goede en slechte schattingen.  Een situatie goed inschatten betekent dat men een beeld, een schema, van de situatie heeft die redelijk overeenkomt met de werkelijkheid.  Het hebben van goede meningen en opvattingen is van groot belang.  Een verkeerde mening kan een kostbare zaak zijn, soms zelfs een zaak van leven en dood, met name in de politiek.  De kwaliteit van meningen en schattingen is belangrijk omdat ze het gedrag van mensen beïnvloeden.  Meningen kunnen de kracht hebben van feiten als mensen ze geloven.  Een valse voorstelling van zaken die door velen wordt geloofd en een valse voorstelling die door een kleine groep steeds wordt herhaald krijgt op een gegeven moment een aura van waarheid. We zijn allen dom, dom in de zin dat we de werkelijkheid nooit volledig kunnen kennen. We leiden aan kortzichtigheid en vergeetachtigheid. We kunnen de gevolgen van handelingen, en zeker van politieke acties, niet overzien.  Politici maken misbruik van de kortzichtigheid.. Ze weten dat mensen onmiddellijke, directe voordelen prefereren boven uitgestelde voordelen in de toekomst.  Daarom is het uitdelen van gunsten en kadootjes een onmisbaar onderdeel van de politiek.  De kiezers zijn vergeetachtig. Nieuwe generaties vergeten vaak de lessen van de vorigen.   Daardoor kunnen  misdadigers van gisteren morgen als bevrijders worden binnengehaald. Kiezers maken keer op keer dezelfde inschattingsfouten en kiezen leiders met foute attitudes.

 Sterke en zwakke houdingen

Een mening is volgens psychologen ongeveer hetzelfde als een attitude, een houding,  tegenover een of andere zaak.  Houdingen kunnen sterk of zwak zijn.  Een sterke houding houdt stand over de jaren, verzet zich tegen verandering en werkt door in de handelingen van een persoon.  Een zwakke houding cq mening kan gemakkelijk veranderen en veroorzaakt weinig gedragsverandering.  We kennen het spreekwoord “Grantapu na hasi tere…”. Zwakke meningen veranderen van moment op moment.  We kunnen bij onszelf waannemen dat we over dezelfde zaak op verschillende momenten verschillende opvattingen hebben, bijvoorbeeld of een bepaalde jurk iemand staat.  De houding van een milieuactivist in milieuzaken is sterk.  Hij heeft sterke overtuigingen die moeilijk te veranderen zijn en hij verbindt consequenties aan zijn overtuiging.  Een doorsnee burger zegt misschien ook dat hij het milieu belangrijk vindt en dat hij gaat stemmen voor een milieupartij, maar hij neemt misschien niet de moeite om naar de stembus te gaan of stemt misschien zelfs voor een partij die van plan is grote projecten uit te voeren die het milieu zullen schaden.  Deze doorsnee burger heeft een zwakke houding tegenover milieu-issues.  De klimaatcrisis wordt onbeheersbaar doordat de meeste politici  een zwakke houding hebben. Ze beloven veel, maar in de praktijk hebben ze niet de moed om de harde maatregelen te nemen die nodig zijn, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van verbrandingsmotoren in de auto-industrie.

De vorming van meningen

Een mening is een vereenvoudigd schema van de werkelijkheid. Meningen komen razendsnel tot stand. Op het moment dat iets ons overkomt hebben we daar direct een mening over.  De vraag is, of die mening overeenkomt met de werkelijkheid.  De directe, intuïtieve mening die we hebben over iets dat we meemaken wordt gekleurd door onze stemming op dat moment.  Als we in een goede stemming zijn winden we ons niet op over iemand die ons afsnijdt in het verkeer.  Als we boos zijn omdat Lanti nog niet gestort heeft, dan ervaren we het afsnijden misschien als een krenking van ons voorrangsrecht en we wijten het storende gedrag van de ander aan een gebrek aan beschaving, terwijl hij in werkelijkheid alleen maar haast had om een belangrijke afspraak na te komen..

De kwaliteit van meningen

De kwaliteit van onze opvattingen is van bijzonder belang geworden in een tijd waarin iedereen zijn mening aan de wereld kenbaar kan maken via internet en sociale media.

De kwaliteit van een mening of voorspelling hangt af van het aantal factoren dat men in overweging heeft genomen bij het vormen van de mening.  Een mening die tot stand komt nadat men de tijd genomen heeft om erover na te denken of met anderen erover te spreken is doorgaans beter dan een mening die op het eerste gezicht in ons opkomt. De werkelijkheid is complex een je kan die complexiteit niet vatten met emotioneel gekleurde simpele voorstellingen.  Opvattingen die gevormd worden onder invloed van emoties van verdriet, boosheid of vrolijkheid, zijn minder goed dan opvattingen die ontstaan na een zakelijke evaluatie van een situatie, waarbij men zaken vanuit verschillende oogpunten benadert.

Foute meningen en voorspellingen ontstaan door de snelle intuïtieve eerste reactie die we voelen opkomen bij het zien van een bepaalde situatie.  We hebben de neiging in de situatie slechts datgene te zien dat overeenkomt met de vooroordelen die we over de situatie hebben.

Een van de belangrijkste oorzaken van foute meningen en voorspellingen is dat we onze eigen capaciteiten  overschatten en die van anderen onderschatten.  Wat ook kan spelen is “groepsdunk”, waar kritische evaluaties worden vermeden voor het bewaren van de rust in de groep. Slechte prognoses zijn niet goed voor de moraal, vooral in aanloop naar de verkiezingen, en worden niet te berde gebracht.

Onze politieke oordelen zijn vaak van mindere kwaliteit vanwege etnische vooroordelen.  De sterke etnische houding van kiezers vermindert de kwaliteit van hun politieke oordelen.  Etnische geladen oordelen zijn overmatige positief over de eigen etnische groep en overmatig negatief over andere etnische groepen.  Angst voor overheersing door een andere groep leidt tot impulsieve oordelen over de motieven van politici van de andere groep en tot een bewustzijnsvernauwing waardoor men de totale complexe situatie uit het oog verliest en alles reduceert tot een kwestie van de morele tekortkomingen van de tegenstander.

Goede standpunten gaan uit van een evalutatie van de totale situatie

Mensen met sterke opvattingen cq houdingen cq meningen vormen een obstakel voor een goede oordeelsvorming. Ze zijn niet bereid te luisteren naar de argumenten van anderen.  Als ze aan de macht komen kunnen ze veel schade veroorzaken. Mensen met zwakke opvattingen zijn onvoorspelbaar.  Hun opvattingen veranderen van moment op moment.  We hebben allemaal wel een mening over van alles, maar de meeste meningen zijn zwak. En we weten zelf meestal niet waarom onze mening over bijvoorbeeld de jurk veranderde.

Realistische, idealistische en rationale scenario’s

Tijdens een van de sessies met Ameerali werden de kansen van een alternatieve bundeling van kleine oppositionele besproken.  De meningen verschilden.  Ik verdeel ze in drie groepen, de realistische, de idealistische en de rationele.  Deze etiketten zijn geen kwalificaties van de juistheid of onjuistheid.. Het gaat om verschillende benaderingen van het feitenmateriaal. Een “realistische” standpunt werd geformuleerd door Ameerali zelf.  Zijn ervaringen met het rekenmodel gaan uit van sterke etnische houdingen bij de kiezers, iets dat cijfermatig gestaafd kan worden aan de hand van data van vorige verkiezingen en data van burgerlijke stand en statistiekbureau..  Ameerali ziet weinig heil in de vorming van een alternatieve bundeling, althans zo begreep ik uit zijn woorden.  Hij wees op de enorme kosten van verkiezingen.  De kleine partijen hebben de middelen niet om zetels te behalen. Ook denkt hij dat de wispelturigheid van de  etnische categorie van de “gemengden” en hun zwakke etnische houding bij verkiezingen niet bevorderlijk zijn voor de kansen van de kleine partijen.   Hij vindt dat het beter zou zijn ervoor te zorgen dat de partijen, die kans hebben op zetels, goede kandidaten naar voren schuiven.

Ik verwoordde een “idealistische” standpunt. Het gaat volgens mij om meer dan het behalen van winst bij de verkiezingen en het selecteren van goede kandidaten.  Er zijn historische noodzakelijkheden die ons dwingen tot de vorming van een alternatieve bundeling.  Niet de kansen van succes bij verkiezingen, berekend met data uit het verleden, moeten leidend zijn bij het vormen van een bundeling, maar de acties die vereist zijn om dit land vredig en veilig te maken.

De idealistische visie

Er is een wijd verbreid en diep gevoeld verlangen naar vernieuwing.  Het is historisch noodzakelijk een platform te maken voor functionele collectiviteiten om in de politieke arena tegenwicht te bieden tegen de etnische machtspolitiek.  Volgens mijn idealistische standpunt kan een geloofwaardige inspirerende bundeling met een goed programma succes hebben, zij het misschien niet direct bij de komende verkiezingen, maar in het traject daarna..  Ik beschouw het fenomeen van de “slim stemmers” (50.000 mensen die in 2020 niet-etnisch op de VHP hebben gestemd) als hoopgevend.  Dit fenomeen laat zien dat de sterke etnische houding van de kiezers minder dominant is dan wordt aangenomen in het model van Ameerali. Ik zie een kans voor een Congrespartij, een bundeling van gelijkgerichte partijen en bewegingen in het middenveld, een model waarin de deelnemende organisaties hun autonomie blijven behouden om het gehele politieke bestel te transformeren..

De overige naar voren gebrachte standpunten duidt ik aan als “rationeel” omdat ze “realistische” en “idealistische” argumenten combineren..  Een van deze opvattingen is, dat het niet mogelijk is een “nieuwe meerderheid van minderheden”  voor een transformatie van het politiek bestel te maken in 2025, zoals ik suggereer met het model van de Congrespartij.  De tijd is daarvoor te kort.  Er zijn kansen voor een bundeling, maar het meest haalbare strategische doel van zo’n  bundeling is nu, het verhinderen dat de grote partijen, de VHP, de NDP en de ABOP veel zetels krijgen en de oliedollars kunnen gaan verdelen.  Dus nog geen transformatie van het bestel, maar beperking vn de schade. Een ander “rationeel” standpunt wijst erop dat de kleine partijen beseffen dat ze weinig kans maken als ze  afzonderlijk de verkiezingen ingaan maar dat ze een redelijke kans hebben om als bundeling 12 zetels te halen. Dti besef kan dienen om snel een zo breed mogelijke bundeling te maken op basis van een programma.  Anders dan in mijn “idealistische” standpunt is ideologische verwantschap geen vereiste voor deelname. Alleen een akkoord over beleidsprioriteiten is nodig. Een derde “rationeel” standpunt was dat een partij zou kunnen dienen als platform voor het bijeen brengen van capabele en gerespecteerde kandidaten uit verschillende lagen en sectoren van de samenleving.  Een beetje volgens het model van de eerder genoemde Nationale Bundelingspartij Suriname. Het leuke en interessante van de exercities van Robert Ameerali vind ik dat we straks de uitkomst van de verkiezingen kunnen vergelijken met de prognoses die aan de hand van zin model gemaakt werden in de verschillende groepen die de exercitie hebben gedaan.

Lessen voor de toekomst

Als we betere resultaten willen hebben van ons politiek systeem, zullen politieke actoren, in de traditionele en de nieuwe politiek partijen en in het maatschappelijk middenveld, en ook  de kiezers, zakelijker moeten zijn in de vorming van hun meningen.  Ze moeten issues van verschillende kanten bekijken en verschillende bronnen van informatie gebruiken. Een politiek systeem dat draait op slecht geïnformeerde kiezers, die boos en racistisch geëmotioneerd zijn, produceert leiders die domheid combineren met macht.  Op de lange termijn is educatie van de bevolking de meest duurzame manier om politieke meningsvorming te verbeteren.  Betere politieke oordeelsvorming vereist verder dat alle politieke partijen democratiseren.  Door democratie leer je zaken van verschillende kanten te bekijken en de belangen van anderen beter te begrijpen.  Als alle politieke partijen dezelfde democratische taal spreken zal dat ten goede komen aan de vorming van productieve politieke coalities die ons land kunnen tillen uit de malaise van de etnsiche machtsopolitiek.

willemjanbakker95@gmail.com    

More
articles