De frequentie van internationale dienstreizen door leden van de regering, voornamelijk de president en ministers, heeft geleid tot kritisch commentaar vanuit de samenleving. De minister van Buitenlandse Zaken, Albert Ramdin, licht in een gesprek toe, hoe deze reizen bijdragen aan het versterken van de internationale positie van Suriname en wat ze verder opleveren voor het land.
“Het is begrijpelijk dat er vragen zijn over de kosten en de noodzaak van buitenlandse reizen”, aldus minister Ramdin. “Maar regeren betekent prioriteiten stellen, waaronder het versterken van ons internationaal profiel. Dat vraagt om een actieve aanwezigheid en netwerken.” De minister wijst erop dat diplomatie een langdurig proces is. “Het kost tijd en meerdere gesprekken om relaties op te bouwen en vertrouwen te winnen.”
De minister benadrukt dat sinds de aanvang van deze regering, aanzienlijke vooruitgang is geboekt. “Ons buitenlands beleid heeft ons internationaal respect opgeleverd. Negatieve beelden over Suriname zijn gecorrigeerd en we hebben strategische relaties hersteld, zoals met Frankrijk, waar nog nooit een Surinaamse minister op ministerieel niveau werd ontvangen sinds 1975. Dat is nu veranderd.”
Naast politieke winst zijn er concrete financiële resultaten. Jaarlijks ontvangt Suriname meer dan 100 miljoen USD aan schenkingen, beurzen en technische ondersteuning. “Dit is een directe opbrengst van de relaties die we opbouwen. Ons ministerie kost het land 18 miljoen USD per jaar, maar de return on investment is bijna vijf keer zoveel.”
Er wordt bovendien kritisch gekeken naar kostenbeheersing. “Ik reis meestal met één medewerker, maximaal twee. Ook de delegaties van collega-ministers worden beperkt. Wij combineren reizen en bezuinigen waar mogelijk”, verduidelijkt Ramdin.
De minister zegt de kritiek op grote delegaties en protocolkosten te begrijpen.
“Bij de president gelden andere protocollen. Maar voor ons draait het om efficiëntie.”
Minister Ramdin vindt het echter belangrijk dat burgers beter geïnformeerd worden over de opbrengsten van deze reizen. “Veel projecten die worden uitgevoerd, van sportfaciliteiten in Lelydorp tot educatieve uitwisselingen, zijn het resultaat van deze internationale relaties.
Honderden Surinamers volgen cursussen in India en China, waarbij kosten voor verblijf en vervoer volledig door deze landen worden gedekt. Dit soort investeringen heeft een directe en langdurige impact op onze samenleving.” De minister onderstreept dat sommige resultaten pas op de lange termijn zichtbaar worden:
“Diplomatie is geen quick fix, maar vraagt geduld en consistentie, maar het levert resultaten op die Suriname in de toekomst zullen versterken. We mogen niet verwachten dat andere landen onze belangen behartigen. We moeten zelf om de tafel zitten en investeren in relaties. Dat kost tijd en geld, maar het is het waard.”