42 jaar na Decembermoorden:
Sunil Oemrawsingh, voorzitter van de Stichting 8 december 1982, heeft gisteren tijdens de herdenking van de gruwelijke gebeurtenissen van 8 december 1982 de blijvende impact van deze tragedie benadrukt. “Het is 42 jaar geleden dat vijftien onschuldige mensen op brute wijze uit het leven werden gerukt”, zei hij. “Hun afwezigheid wordt nog steeds gevoeld in de lege plekken aan de eettafels, in de gebroken families, en in de stilte die hun stemmen achterlieten.”
Oemrawsingh sprak zijn teleurstelling uit over het feit dat twee van de veroordeelden hun straf ontlopen. Hoewel de veroordeling van de verantwoordelijken een stap naar gerechtigheid was, noemt hij het een bitterzoete overwinning. “Voor veel nabestaanden die deze dag niet meer hebben mogen meemaken, blijft de leegte onvervuld”, aldus Oemrawsingh.
De voorzitter riep op tot volledige uitvoering van de straffen en drong aan op de verantwoordelijkheid van de overheid. “Gerechtigheid moet volledig zijn. Dat betekent dat straffen uitgevoerd moeten worden en dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen, niet alleen voor de uitvoering van het vonnis, maar ook voor het herstel van de rechtsstaat en de waardigheid van de nabestaanden.”
Naast de oproep tot gerechtigheid, benadrukte hij het belang van educatie en herinnering.
“De jeugd moet leren van dit verleden, zodat zij nooit vergeet wat er kan gebeuren wanneer rechtvaardigheid wordt vervangen door dictatuur en terreur.”
De stichting deed ook een dringende oproep aan de autoriteiten om de snelweg, die de naam draagt van een veroordeelde crimineel, te hernoemen. “Wij kunnen geen eer bewijzen aan iemand die verantwoordelijk is voor zulke daden. Deze oproep wordt gedragen door Stichting Moiwana, Stichting 8 december 1982 en vele anderen in onze samenleving’’, aldus Oemrawsingh.
De herdenking werd afgesloten met een krachtige boodschap: “Laten we vandaag niet alleen onze dierbaren eren, maar ook onze belofte hernieuwen: dat we zullen blijven strijden voor rechtvaardigheid, waarheid en een beter Suriname.”