De Europese Unie (EU) is content met de ontwikkelingen in Suriname zoals die zich voordoen op economisch gebied, investeringen, landbouw, milieu en klimaat alsook de activiteiten rond de aanstaande olie- en gasindustrie. EU-ambassadeur René van Nes zegt in gesprek met de Communicatie Dienst Suriname (CDS), dat de relatie tussen de EU en Suriname in de afgelopen vijftig jaar is gegroeid. Van Nes maakte op woensdag 4 december deel uit van het reguliere politieke dialoog tussen de landenorganisatie en Suriname op het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS).
De dialoog richtte zich op verschillende aspecten, waaronder economische updates en vooruitzichten, de samenwerking tussen de EU en Suriname op politiek vlak, door de EU gefinancierde samenwerkingsprogramma’s, veiligheid, milieu en klimaatverandering. Van Nes zegt dat er in de afgelopen vijf decennia een vertrouwensband is ontstaan, waardoor de twee partners verschillende onderwerpen met elkaar kunnen bespreken. ‘’Het gaat er bij de EU niet om dat Suriname thans mooie ontwikkelingen wacht. We zijn er door dun en dik geweest en daarom koesteren we deze relatie en doen er alles aan om deze te bestendigen”, aldus Van Nes.
Met de mooie ontwikkelingen doelt Van Nes op de aanstaande olie-industrie, die grote bedrijvigheid met zich zal meebrengen. Met de middelen die hieruit verdiend zullen worden, zal Suriname volgens de EU-ambassadeur kunnen investeren op het gebied van digitalisering, onderwijs en gezondheidzorg. “Daarnaast zijn er sectoren waarin Europese bedrijven met heel veel ervaring graag deel willen zijn van deze ontwikkeling”, aldus Van Es. Hij geeft zegt ook, dat er een ruim aantal door de EU gefinancierde samenwerkingsprogramma’s bestaat met Suriname, waarmee geholpen wordt het leven van de Surinamers te verbeteren.
De ambassadeur noemt onder meer het SAMAP-project; een landbouwprogramma om boeren te ondersteunen. Er bestaat hier een samenwerking met de Wereldbank om dit project verder te ondersteunen, omdat het programma van EU ten einde komt. Van Nes zegt dat de Wereldbank onder de indruk is van het programma en een groot deel wil overnemen. Zelf is de EU ook onder de indruk van Surinames milieubeleid en het beleid rond klimaatverandering. De ambassadeur merkt op dat instrumenten op een verantwoorde manier worden ingezet en dat Suriname vanwege het milieubeleid ook inkomsten, te weten carbon credits, tegemoet mag zien.
Tijdens de dialoog is verder naar voren gekomen dat de veiligheid en stabiliteit van Suriname toch grote uitdagingen kent, vooral als het gaat om het achterland, open grenzen en gebrekkige infrastructuur. Ambassadeur Van Nes stipt aan dat de Surinaamse regering op dit stuk wel bereid is om samen te werken met Nederland en Frankrijk. De EU streeft ernaar de samenwerking te intensiveren door om de drie maanden met de Surinaamse functionarissen bij elkaar te komen om de programma’s door te nemen, ook zodat er geen misverstanden ontstaan en projecten vlot verlopen.