ExxonMobil, Hess en CNOOC blijven betrokken bij de gesprekken met de Guyanese regering over het ondiepwaterblok S8, dat hen werd toegewezen na de eerste offshore veiling van het land. Vicepresident Bharrat Jagdeo maakte donderdag bekend dat zijn eerdere opmerkingen over ExxonMobil’s vermeende terugtrekking gebaseerd waren op een misverstand. Jagdeo had vorige week gesuggereerd dat ExxonMobil zich had teruggetrokken om het blok te gebruiken voor CO2-afvang, terwijl de regering hier niet klaar voor was. Na deze opmerkingen had ExxonMobil contact opgenomen en aangegeven nog steeds geïnteresseerd te zijn in het blok, wat volgens Jagdeo duidelijk maakte dat er mogelijk sprake was van miscommunicatie.
De gesprekken tussen de betrokken partijen lopen al meer dan een jaar. Guyana heeft recent een nieuw model voor petroleumovereenkomsten geïntroduceerd, waarbij fiscale voorwaarden zijn aangepast, inclusief een verhoogde royalty van 2 procent naar 10 procent, een vennootschapsbelasting van 10 procent en een verlaagd kostendekkingsplafond van 65 procent van de geproduceerde olie. ExxonMobil heeft wel zijn bezorgdheid geuit over enkele niet-fiscale voorwaarden in het nieuwe contract, zoals kortere tijdlijnen voor gegevensverwerking en besluitvorming, die volgens het bedrijf ‘ongebruikelijk kort’ zijn voor offshore projecten.
Jagdeo heeft aangegeven, dat de regering niet bereid is het contract te versoepelen ten gunste van ExxonMobil en benadrukt dat het opstellen van het contract heeft geprofiteerd van internationale expertise.
Het consortium van ExxonMobil, Hess en CNOOC heeft een belangrijke rol in de olieproductie van Guyana, waar het Stabroek-blok ongeveer 11 miljard olie-equivalente vaten heeft ontdekt. De groep heeft 55 miljard dollar geïnvesteerd om de productie tegen 2027 te verhogen tot 1,3 miljoen vaten per dag. Momenteel produceren ze 660.000 vaten per dag, wat sinds de start van de productie in december 2019 heeft geleid tot 5,5 miljard dollar aan inkomsten voor de Guyanese regering.