De Franse regering onder leiding van premier Michel Barnier, is woensdag ten val gekomen na de goedkeuring van een motie van wantrouwen door de oppositie. Dit volgde op Barniers beroep op de grondwet om een begroting zonder stemming door het parlement te krijgen. De oppositie, bestaande uit een radicaal-rechts blok en een radicaal-links blok, werkte samen om de regering van Barnier af te zetten, wat resulteerde in 311 stemmen van de 574 parlementariërs voor de motie.
Dit is de eerste keer in zestig jaar dat een Franse regering door het parlement wordt weggestemd, wat de politieke chaos in Frankrijk verder aanwakkert. Normaal gesproken heeft de regering een meerderheid, maar de partij van president Emmanuel Macron verloor deze meerderheid eerder dit jaar na het uitschrijven van vervroegde verkiezingen door Macron.
Door de Franse grondwet kan het parlement niet twee keer binnen een jaar worden ontbonden, wat betekent dat het huidige parlement in deze samenstelling voorlopig blijft bestaan. De parlementaire verhoudingen zijn verdeeld tussen het linkse blok van Jean-Luc Mélenchon, het centrumblok van Macron en het radicaal-rechtse blok van Marine Le Pen, die significant van elkaar verschillen in beleidsopvattingen.
Na de vorige verkiezingen in juni, die Macron uitschreef na de overwinning van het Rassemblement National (RN) van Le Pen, zijn er tot juli 2025 geen nieuwe verkiezingen mogelijk. De regering-Barnier zal dus tot die tijd aanblijven om zich met lopende zaken te bezighouden.