De Veehouders Bond Suriname (VBS) en het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) zijn het niet eens geworden over de import van vee uit Brazilië. Mukesh Ramlagan, de voorzitter van de VBS, beweert dat tijdens hun eerste vergadering met LVV, een overeenkomst werd bereikt om zowel slachtvee als melkvee te importeren, waardoor er geen twee afzonderlijke importen nodig zouden zijn. LVV beweert nu echter, dat het op een andere manier gaat samenwerken met ondernemers en dat het overweegt om Zeboe melkkoeien, geiten en schapen uit het buitenland te importeren. De VBS is verrast door de aankondiging van nieuwe ondernemers die betrokken zouden zijn bij het importproces.
Om tot een evenwichtige en juiste oplossing van deze kwestie te komen, zijn een aantal aanvullingen mogelijk. Ten eerste moeten de standpunten van beide partijen worden verduidelijkt.
Officiële reacties van LVV met betrekking tot de VBS-claims moeten worden opgevraagd, vooral met betrekking tot het veranderende beleid en de betrokkenheid van nieuwe ondernemers. Daarnaast moet de beweegreden achter de voorkeur van LVV voor het importeren van specifieke melk- en vleesveerassen, zoals Zeboe melkkoeien, worden onderzocht. Kennisneming in de voordelen en de verwachte impact op de sector zijn cruciaal. De VBS moet ook gevraagd worden naar zijn visie op de voorkeuren van LVV en hoe deze zich verhouden tot de behoeften van de lokale veehouders. Belangrijk zijn de afspraken die zijn gemaakt en vastgelegd, om de economische en logistieke aspecten van het importeren van slacht- en melkvee te begrijpen. Volgens Ramlagan moet er gezocht worden naar cijfers of studies, die de huidige tekorten in de lokale sector belichten. Bovendien wees hij erop, dat de kosten en logistieke uitdagingen die gepaard gaan met het importeren van vee, aan bod moeten komen, samen met de plannen van LVV en, de VBS om deze uitdagingen aan te gaan.
De meningen van andere belanghebbenden, zoals lokale veehouders en boerenorganisaties, moeten worden verzameld om hun perspectief op de veranderende aanpak van LVV, te begrijpen. Het is essentieel om na te gaan, of zij zich gesteund voelen of dat ze bang zijn voor concurrentie van de nieuwe ondernemers. Daarnaast moeten ook de verwachtingen van consumentenorganisaties over het effect op de melk- en vleesprijzen worden onderzocht.
“Om een goed beeld te krijgen in de toekomstperspectieven van de veehouderij, moet de langetermijnstrategie van LVV om zelfvoorzienend te worden op het gebied van melk- en vleesproductie worden onderzocht, inclusief hoe deze import in zijn plannen past”, aldus Ramlagan. Evenwel stellen andere boerenorganisaties dat de rol die VBS voor zichzelf en zijn leden ziet in deze strategie, ook verduidelijkt zou moeten worden. Voorts stellen andere bronnen ten slotte dat het waardevol zou zijn om de aanpak te vergelijken met die van andere regionale landen die voor vergelijkbare uitdagingen staan. Lessen of best practices uit die landen, zouden kunnen worden geïdentificeerd en onderzocht, om hun toepasbaarheid te bepalen. Al met al zullen deze aanvullingen zorgen voor een beter begrip van de problematiek en de implicaties daarvan voor de veehouderijsector.