Minister Ines Pané, van Sociale Zaken en Volkshuisvesting heeft tijdens de behandeling van de ontwerpwet houdende wijziging van de wet van 13 januari 2024, horende bij de vaststelling van de staatsbegroting van uitgaven en ontvangsten voor het dienstjaar 2024, een verduidelijking gepresenteerd over de financiële uitkeringen van het ministerie. Het sociaal programma omvat ongeveer 21 beleidsprogramma’s, waarvan 5 hiervan maandelijks worden uitgevoerd, maar die tegelijkertijd ook vijf financiële uitkeringen van het ministerie betreffen.
Volgens Pané is het vanwege de beperkte middelen nog niet mogelijk deze uitkeringen voor dit jaar te verhogen. In de gebieden Brokopondo,Boven-Suriname en Boven-Marowijne , heeft het ministerie een achterstand in betalingen van uitkeringen, namelijk voor AKB en de financiële bijstand. Ofschoon de bedragen voor de sociale voorzieningen zijn opgebracht, worden de middelen niet altijd optijd vrijgemaakt door het ministerie van Financiën. “De reden waarom er achterstanden ontstaan, komt doordat de middelen voor de betaling van de logistieke kosten, niet tijdig of volledig worden ontvangen, waardoor het ministerie van Sociale Zaken niet fysiek kan uitrukken om betalingen in de gebieden in het achterland te voldoen”, aldus Pané.
Vervolgens zei Pané dat de bedragen, van AOV en financiële bijstand zijn verhoogd door een toename van het aantal rechthebbenden. Het ministerie garandeert dat ook seniorenburgers die nog geen geld of monikarta hebben die alsnog zullen ontvangen. ”Het komt ook vaker voor dat personen de aanvraag voor een AOV uitkering laat indienen. Indien de aanvraag binnen twee jaar geschiedt tellende vanaf de datum dat de aanvrager 60 jaar is geworden, krijgt die persoon een twk naar de datum waarop die persoon 60 jaar is geworden. Doet de persoon de aanvraag later dan de gestelde periode, is de kans dan groot dat er geen twk meer kan worden uitgekeerd, op basis van artikel 8, van de wet Algemeen Oudedagsvoorziening Fonds die deze beperking bepaalt”, aldus Pané.