Carl Breeveld, voormalig DOE-voorzitter en politicus, heeft in gesprek met ABC online nieuws, de onrust binnen de coalitie, waarbij men vecht om de invulling van de ministerspost op van Binnenlandse Zaken (BiZa) getypeerd als een politieke chaos. “Hier gaat het puur om partijpolitieke dyugu dyugu”, aldus Breeveld. ‘’Deze situatie laat zien dat er niet scherp en duidelijk wordt begrepen, dat we te maken hebben met een staatsmacht die ons gegeven is om op een correcte en goede manier, leiding te geven.’’

Breeveld zei verder, dat als er bijvoorbeeld gepraat wordt over: ‘Ja, ik zei aan die man dat hij dat ministerie mocht nemen, zodat hij zijn carrière goed kon afsluiten als minister’, dat zei meneer Brunswijk. Dat is een beneden niveau benadering van zaken. Alsof we met knikkers spelen: je hebt twee knikkers, je hebt er één, laat me je er ook eentje geven. Dat verdient Suriname niet”, aldus Breeveld. Aanvullend hierop zei hij, dat Suriname staatslieden verdient, die inderdaad op een heel serieuze manier beleid maken en ervoor zorgen, dat het ministerie waar zij voor geroepen zijn, op een optimale manier functioneert.

Volgens Breeveld, durft president Chandrikapersad Santokhi niet duidelijk op te treden in deze kwestie. Breeveld vindt het leiderschap van de president een vermijdende benadering. “Het komt heel vervelend over, alsof hij het niet zo belangrijk vindt en pas na zijn terugkeer, een maatregel wil nemen daarover”, aldus Breeveld. Volgens Breeveld zou  de president eerder moeten handelen. ‘’Want als ervoor wordt gekozen naar de top in Azerbeidzjan te gaan, geeft dat eigenlijk aan, wat de prioriteiten van zijn.’’  Verder noemde Breeveld enkele voorbeelden om zijn punt te verduidelijken. ‘’De premier van Nederland, is niet naar de top gegaan vanwege het feit, dat er in Amsterdam allerlei vervelende rellen plaatsvonden, en de binnenlandse zaken hadden hoge prioriteit voor hem. Meneer Biden is ook niet naar die top gegaan; hij ontvangt meneer Trump in het Witte Huis. En je kan zo doorgaan. Een heleboel leiders, zoals de president van Brazilië, zijn niet gegaan. Hij stuurt gewoon zijn minister van Milieu.’’

Tot slot zei Breeveld dat de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, Albert Ramdin, had kunnen gaan naar Azerbeidzjan. ‘’Het ministerie van Binnenlandse Zaken bereidt de verkiezingen voor. Daar is er een goede minister voor nodig. Een man die kundig is, die inzicht heeft in de materie, en die zich voor 100 procent wil inzetten om het goed te doen”, aldus Breeveld.