De Surinaamse regering heeft recent aangekondigd enkele staatsbedrijven te privatiseren, een stap die als noodzakelijk wordt gezien voor de sanering van de staatsfinanciën en de versterking van de marktwerking in de economie. Dit beleid valt binnen het hervormingsprogramma dat is overeengekomen met het IMF. “Hoewel de privatisering van staatsbedrijven op zich een verstandige zet lijkt, moet dit proces zorgvuldig, transparant en deskundig worden uitgevoerd om ongewenste gevolgen te voorkomen”, aldus de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in de meest recente editie van ‘Inzicht’.
Suriname telt momenteel meer dan 160 staatsbedrijven, wat zowel onhoudbaar als ongezond is voor de overheidsfinanciën. Veel van deze bedrijven zijn verlieslatend, en de overheid is als aandeelhouder eindverantwoordelijk voor de financiële tegenvallers. “Het gepolitiseerde management en de gebrekkige controle maken dat veel staatsbedrijven ondermaats presteren. Dit probleem wordt versterkt doordat deze bedrijven vaak met de bedoeling zijn opgezet om collectieve en semi-collectieve goederen te leveren, zoals elektriciteit, water, en gezondheidszorg, waarbij publieke middelen worden ingezet”.
“Sommige van deze staatsbedrijven, zoals het garnalenbedrijf Sail, produceren echter individuele goederen die ook door de particuliere sector kunnen worden geleverd, vaak tegen lagere kosten en van hogere kwaliteit. Het is dan ook logisch om te overwegen deze bedrijven als eerste te privatiseren.
De regering heeft een pilotproject aangekondigd, waarin bedrijven zoals Sail aan de beurt komen”.
Echter, de privatisering moet volgens de VES op een eerlijke en transparante manier plaatsvinden, bij voorkeur via een publieke inschrijving en met zorg voor de belangen van alle betrokkenen, zoals crediteuren en werknemers. Het proces mag zeker niet onderhands gebeuren. De VSB (Vereniging Surinaams Bedrijfsleven) heeft terecht gepleit voor transparantie in dit proces en voor het beschermen van deze belangen.
De VES noemt hierbij het voorbeeld van succesvolle privatisering in buurland Guyana, waar een speciale instantie enkele privatiseringen op een professionele en transparante manier heeft afgerond. “Het is raadzaam dat Suriname dit model bestudeert en, waar mogelijk, aanpast aan de lokale omstandigheden. De persoon die het privatiseringsproces in Suriname leidt, moet deskundig, politiek onafhankelijk en betrouwbaar zijn”.
“Er moet echter voor worden gezorgd dat het privatiseringsproces niet verloopt zoals het Russische model van de jaren ’90, dat leidde tot de opkomst van oligarchen. Dit model, gekarakteriseerd door de verwerving van staatsbezit op corrupte en ondoorzichtige wijze, heeft negatieve gevolgen gehad voor de Russische samenleving en economie. Suriname moet voorkomen dat een vergelijkbare situatie ontstaat, waarbij een kleine groep mensen buitensporige macht verwerft”.
In plaats daarvan pleit de VES voor een goed doordacht privatiseringsprogramma dat de verkoop van staatsbedrijven via openbare inschrijvingen garandeert. “Dit voorkomt de opkomst van een nieuwe klasse oligarchen en waarborgt dat de privatisering ten goede komt aan het algemeen belang van Suriname”.