Jason Gummels, onderdirecteur Afvalbeheer van het ministerie van Openbare Werken, stelt dat het invoeren van een betaald systeem voor de huisvuilophaal cruciaal is voor de financiële stabiliteit en operationele zelfstandigheid van de afvalinzamelingsdienst. Hij vertelt dat het huidige systeem waarbij de overheid honderden miljoenen aan subsidies verstrekt aan afvalbeheer, niet langer houdbaar is en dat dit geld effectiever kan worden besteed aan inkomstenwerving en voor andere publieke diensten.
“Elk staatsbedrijf zou in principe financieel onafhankelijk moeten kunnen functioneren,” aldus Gummels. “Als dat niet gebeurt, is er iets mis. In de meeste ontwikkelingslanden betalen burgers een aparte belasting voor afvalophaal en hetzelfde principe zou hier toegepast moeten worden.” Hij stelt voor dat huishoudens maandelijks tussen de SRD 200 en SRD 250 bijdragen, terwijl kleine bedrijven zoals hoekwinkels, kantoren en warungs een hoger tarief van SRD 800 tot SRD 900 betalen. Met deze tarieven kan de volledige operatie zelfstandig draaien en wordt de overheid ontlast.
Volgens Gummels biedt een betaald systeem ook de zekerheid, dat aannemers op tijd worden betaald, wat essentieel is voor het onderhoud en de beschikbaarheid van hun voertuigen. “Wanneer aannemers hun geld tijdig ontvangen, kunnen zij hun voertuigen beter onderhouden, wat defecten en vertragingen voorkomt. Hierdoor kunnen ze op de afgesproken ophaaldagen effectief en zonder onderbreking hun werk doen,” aldus Gummels. Hij benadrukte dat dit ook de mogelijkheid biedt striktere controles en kwaliteitsbewaking op aannemers toe te passen.
Hoewel sommige bewoners in eerste instantie weerstand kunnen bieden tegen de nieuwe regeling, ziet Gummels dit als een kans voor nationale bewustwording en verantwoordelijkheid. “Waarom kunnen Surinamers zich in het buitenland wel netjes aan afvalregels houden, maar hier niet? We hebben hier een soort ‘wild wild west’-situatie gecreëerd, zonder consequenties voor afvalgedrag. Als mensen betalen voor afvalophaal, zullen ze waarschijnlijk bewuster en verantwoordelijker omgaan met hun afval,” zegt hij.
Wat betreft de handhaving stelt Gummels dat het huidige gedoogbeleid moet worden aangescherpt en boetes opgelegd aan overtreders. Hij waarschuwde echter dat de opbrengst van deze boetes, recht-streeks naar de afvalinzamelingsdienst moet gaan, om zo zinvolle investeringen mogelijk te maken. “Goede governance en transparantie zijn hierbij essentieel. We moeten de juiste mensen op de juiste plekken hebben en ervoor zorgen, dat dit beleid los van de overheid opereert om echt effect te hebben,” voegde hij eraan toe.
Gummels sluit af door te benadrukken dat, mits goed toegpast, het betaalde systeem zal leiden tot betere dienstverlening en A1-conditie van voertuigen. Hij hoopt dat burgers zullen begrijpen dat het ondersteunen van structurele verbeteringen belangrijker is dan enkel voeren van negatieve kritiek, en dat een goed functionerende afvalinzameling op de lange termijn, zowel de overheid als de gemeenschap ten goede zal komen.