Op 24 oktober 2024 behandelde de kantonrechter de zaak tegen de verdachten G. van den Bergh en zijn echtgenote A.B., beschuldigd van verduistering van projectgelden voor het zogenaamde “Kippie-project”. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) zouden zij de aan hen toevertrouwde middelen, bedoeld voor de opstart van het project, hebben aangewend voor andere doeleinden. Voor deze daad van gekwalificeerde verduistering eiste de officier van justitie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar voor beide verdachten, inclusief onmiddellijke gevangenneming.

Van den Bergh, die momenteel in Nederland verblijft, ontvluchtte Suriname na een moordaanslag. Zijn boek Zakendoen in Suriname – Corruptie op het Hoogste Niveau heeft in Suriname tot controverse en juridische stappen geleid. Hierin beschrijft hij de verwevenheid van macht en corruptie, iets dat door de politieke elite werd aangevochten in een poging het boek te censureren, onder andere door president Santokhi zelf. De Nederlandse rechter verwierp echter deze eisen, waardoor het boek ongewijzigd beschikbaar blijft buiten Suriname.