Moody’s heeft onlangs in haar kredietbeoordeling van Suriname rekening gehouden met aanzienlijke milieu-, sociale en bestuursrisico’s (ESG). Het rapport wijst op de blootstelling van Suriname aan fysieke klimaatrisico’s, zoals de stijgende zeespiegel en extreme weersomstandigheden, die een bedreiging vormen voor de landbouwproductie en andere economische activiteiten. Deze factoren zorgen voor een lage milieuscore (E-4) in het kredietprofiel.
Op sociaal gebied scoort Suriname ook laag (S-4) door de uitdagingen die macro-economische instabiliteit met zich meebrengt, zoals werkgelegenheidstekorten en druk op essentiële sectoren zoals gezondheidszorg en onderwijs. De hoge schuld en beperkte middelen vormen hier een groot risico voor de sociale stabiliteit.
Op het gebied van bestuur heeft Suriname de laagste score (G-5), voornamelijk vanwege zwakke instellingen, zorgen over corruptie en het gebrek aan voorspelbaarheid van beleid. De recente hervormingen en de verbetering van de macro-economische situatie worden erkend, maar governance blijft een kritiek punt, vooral vanwege Suriname’s geschiedenis van wanbetalingen en de effectiviteit van zijn beleid. Er zijn echter mogelijkheden voor een opwaardering van de rating als de overheid erin slaagt effectieve wetgeving te implementeren om toekomstige olie-gerelateerde inkomsten transparant te beheren en de begrotingsdiscipline te waarborgen. Dit zou vertrouwen wekken in de langetermijnvooruitzichten van het land.
Tegelijkertijd zouden een verslechtering van de begrotingsdiscipline, vertragingen in de olieproductie, of lagere dan verwachte olie-inkomsten leiden tot neerwaartse druk op de rating. Suriname moet voorzichtig zijn in zijn beheer van financiële risico’s om verdere economische stabiliteit te waarborgen.