BRIGADE-GENERAAL ZONDER BRIGADE

De bevordering tot brigade-generaal van de bevelhebber roept vraagtekens op. Terwijl soldaten en onderofficieren jarenlang onder erbarmelijke omstandigheden wachten op documentatie, bevorderingen en verbeteringen van arbeidsomstandigheden, wordt de bevelhebber, die bijzonder warme banden onderhoudt met het burgerlijke gezag en overige politici, schijnbaar voor de samenwerking met een zittende en politiek verkozen regering, beloond met een uitzonderlijk hoge militaire rang. Een die lange tijd vacant en ongebruikt was in de Surinaamse militaire traditie en geschiedenis en met gegronde redenen. De beeldvorming hiervan, op het Kabinet van de President, doet niets af aan het gevoel van een onderonsje. Overal ter wereld zou de legerleiding een dergelijk moment willen aangrijpen als een moment van motivatie, leiderschap en willen etaleren het draagvlak en de ondersteuning van de manschappen te hebben, met de aanwezigheid van het korps aan officieren. Het is publiek geheim dat de VHP een lange voorgeschiedenis heeft van een voorkeur voor een sterk politieapparaat boven een operationeel militaire traditie. Dit is vindbare informatie sedert minstens de onafhankelijkheid en publieke oproepen van overbodigheid voor een eigen leger voor Suriname, tot aan regeerperioden, waarin de partij gelijkmatige loopbaanontwikkeling en investeringen meegaand met Politie en Justitie, niet heeft gerealiseerd. Daar behoort actief de bestuurstermijn van Santokhi in hoedanigheid van minister van Justitie en Politie toe en er is, volgens de belangenorganisaties van actief en gepensioneerd defensiepersoneel, een serieus argument te maken dat dit nog steeds het geval is.

Het Surinaamse leger is qua actieve dienst deelname nog geen drieduizend manschappen groot. Het volledige leger beschouwd als een enkele eenheid, wat voor de telling van een militaire organisatie al veel te ruimhartig is, bedraagt als formatie nog geen brigade. Daarnaast is de bevelhebber in hoedanigheid, niet de operationele dagelijkse leider van actieve manschappen op dat niveau, hetgeen de basis voor een dergelijke rang in internationaal militaire context zou kwalificeren.

Laat er geen verwarring over bestaan dat, juridisch en qua soevereiniteit, geen enkel land zal bemoeien met de interne aangelegenheid van bevorderingen. Maar het zijn regeringen en politici met deze exacte signatuur, die luidkeels met de onderofficieren in de periode van dictatuur de spot gedreven hebben, over de leegte bij de super bevorderingen en eigen rang toekenning. De bevordering zoals die nu heeft plaatsgevonden, ligt daar niet ver vanaf, als het om operationele integriteit, militaire traditie en internationaal gezag en geloofwaardigheid gaat.

Tot slot getuigt het van weinig eerbaarheid in leiderschap, dat voor een dergelijke keuze, niet een operatie gestuurd, militaire gereedheid gestuurd, militair academisch gestuurd lid van de organisatie gekozen is, om de voordracht en de bevordering op te doen vallen, maar een functionaris in management- en planningscapaciteit zonder actieve gevechtservaring.

Het signaal is zowel organisatorisch, intern, nationaal politiek als internationaal professioneel, dat de civiel bestuurlijke bemoeienis voorop staat en politieke overwegingen zich een weg weten te vinden in de keuzes van de militaire samenstelling.

Het zijn slechts de littekens van militaire bemoeienis en dictatuur die ons voorzichtig en terughoudend hebben gemaakt als volk, nauwlettend de onafhankelijkheid van het instituut te bewaken. Als binnen bijvoorbeeld de rechterlijke macht of de medische zorg een dergelijk fenomeen de kop had opgestoken, hadden de media inkt en zendtijd te kort gekomen, om hun zorgen over de situatie te uiten.

More
articles