President Chandrikapersad Santokhi opende in De Nationale Assemblee het laatste zittingsjaar met het uitspreken van de Jaarrede, de laatste van deze regeertermijn. De president opende met waardering voor de veerkracht, het geduld en de offers van het volk, in relatie tot de bekendmaking van Total Energies van een investering van meer dan USD 10 miljard, om aardolie als natuurlijke hulpbron te gaan winnen. Santokhi heeft beloofd niemand achter te zullen laten en samen te bouwen aan een beter Suriname, waarbij evenwichtig en duurzaam beheer nodig is. Hij deed de symbolische handreiking aan een ieder, die samen de ontwikkeling van de economie en het land wil oppakken. En gaf aan stap voor stap van een crisisbeleid naar een duurzaam ontwikkelingsbeleid over te kunnen gaan. Aan de vakbeweging, het bedrijfsleven en zelfs de media en religieuze organisaties, werd een woord van dank voor de gezamenlijke offers uitgesproken.
Gesproken wordt van een sociaal akkoord met het vakwezen en de mogelijkheid voor structureel overleg. De president sprak van een groeiende economie van -16% bij aantreden, naar 3% tegen het einde van het begrotingsjaar 2025. Er werd verwezen naar dalende hypotheekrente en succes van het grondconversie beleid.
Verschillende fondsen zijn ingesteld om de productiecapaciteit te stimuleren. Daarbij werd ruimhartig verwezen naar programma’s die overigens niet door de staat Suriname gefinancierd worden, alsof het wel verworvenheden van deze regering betreft. Om ‘iets terug te geven’ is het ‘sociaal besluit’ genomen, de belastingvrije grens op te trekken naar rond de SRD 9.000,- en de belastingschijven te verruimen. Ambtenaren ‘en aan hen gelijkgestelden’ ontvangen een ‘welverdiende’ loonsverhoging van 15% vanaf juli 2024 en nog eens 5% in januari 2024. Terwijl koopkrachtversterkingen beschikbaar komen voor kansarme gezinnen, via een ‘soepel en toegankelijk’ online proces, en gepensioneerden nieuwe bezoldigingsreeksen tegemoet mogen zien, voor zover aangesloten bij het Algemeen Pensioenfonds.
\Er is ook gesproken over energietarieven die ‘lager kunnen uitvallen’, maar ook bij deze gelegenheid weer, zonder bedragen of tijdstippen te noemen. De president zegt te willen leren uit ‘zaken die anders gekund hadden’ en dat niet alles altijd goed gegaan is, maar voorbij deze algemene platitude, was er geen zelfkritiek of zelfreflectie. Zelfs oppositie assembleelid Melvin Bouva erkende in gesprek met een televisiezender, schoorvoetend, dat het macro-economisch beeld, door afbouw van de subsidies, wat stabiliteit lijkt te vertonen, maar vindt dat dit ten koste gaat van de draagkracht van de huishoudens, oftewel, het volk. Het sociaal vangnet om de klappen op te vangen, heeft volgens hem niet genoeg aandacht gehad.
Aan bloemrijk taalgebruik was er geen gebrek, evenals aan de algemene en inmiddels bekende stijl van de ervaren ghostwriters die in de zaal aanwezig waren (waaronder een enkeling in het diplomatiek korps), maar hoe mooier de belofte, hoe algemener het verhaal eromheen. De harde toezeggingen en concrete feiten worden grotendeels niet door de regering zelf, onder de begroting bekostigd. Een lange reeks aan verhogingen werd opgenoemd en afgeschilderd als vooruitgang op economisch vlak. In realiteit gaat het grotendeels om inkomstenverhoging die betaald wordt door veel hogere belastingen, afbouw van subsidies en dus rechtstreekse kosten voor ondernemers en huishoudens.
De president projecteerde dalingen van schulden eind 2025 beneden internationale normen en de wettelijke verplichtingen, maar verzuimde te vermelden dat het minstens een half jaar buiten de regeertermijn van zijn kabinet zal zijn, en dat de realisatiegraad van overige begrotingen voor de afgelopen jaren ver onder de 50% is geweest. Er wordt dus naarstig vooruit gelopen op successen die in het geheel nog niet behaald zijn. De president gaf een ruime beschouwing van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, zonder de ingangsdatum van de regelgeving, waar de rechtspraktijk als sinds aanname op wacht, concreet te noemen.