Schalkwijk: ‘Wij zijn toch met elkaar veranderd’

Verbroedering in het kader van het nieuwe kiesstelsel, de lezing ter gelegenheid van de jaardag van mr. Jagernath Lachmon nu wijlen. De inleider professor Marten Schalkwijk, besprak het proces van toenadering en natievorming tussen verschillende bevolkingsgroepen, waarbij de nadruk lag op de periodes van emancipatie en integratie. Schalwijk benadrukte het belang van ontmoeting en kennismaking via verschillende middelen, zoals wonen in dezelfde buurt, elkaar ontmoeten in de winkel, de sportvereniging. “We eten allemaal weleens een tjauw min uit onze Surinaamse keuken, om zo het proces van toenadering op gang te brengen”, aldus Schalkwijk. Echter merkte hij op, dat dit proces niet onmiddellijk leidt tot verbroedering.

Volgens hem is de samenleving van oudsher verdeeld in verschillende segmenten, waarbij elke etnische groep geïsoleerd van elkaar leefde. “Pas de laatste vijftig tot zeventig jaar, is er meer contact tussen de bevolkingsgroepen, wat heeft geleid tot een proces van verzoening”, aldus Schalkwijk. Ook stelde hij vast dat het proces van integratie en emancipatie complex is en leidt vaak tot concurrentie en spanningen tussen de groepen. Schalkwijk is van mening dat daarnaast de economische omstandigheden van het land een rol spelen in het gemak van dit proces.

Ook vertelde hij dat de vorming van politieke partijen, en de strijd voor autonomie en kiesrecht belangrijke onderwerpen waren in deze periode.

De VHP opgericht in 1949, kwam voort uit verschillende politieke initiatieven en speelde een prominente rol in het politieke landschap. Het discriminerende kiesstelsel verhinderde dat de VHP aan de macht kwam tot 1958, toen ze voor het eerst in de regering kwam. Volgens Schalkwijk onderkende de leider van de VHP, Jagernath Lachmon, de achtergestelde positie van verschillende groepen, waaronder de Hindoestanen, Javanen en Creolen uit de arbeidersklasse, en zocht hij solidariteit met hen.

“Lachmons filosofie was gericht op verbroedering, waarbij verschillende groepen hun verschillen accepteerden, begrepen en waardeerden, wat heeft geleid tot een harmonieuze samenleving. Deze ideologie werd de basis van de VHP en legde de nadruk op dialoog, tolerantie, consensus en harmonie”, aldus Schalkwijk. Hij is van mening dat de VHP gelooft in de eenheid van diversiteit, met respect voor de unieke kenmerken en culturen van elke groep in de Surinaamse samenleving.

Evenwel is Schalkwijk van mening, dat de benadering van verbroedering verschilt met die van het assimilationistische idee, dat conformiteit aan een dominante groep bevordert. Volgens hem is de mogelijkheid voor mensen met verschillende etnische achtergronden, om met elkaar om te gaan aanzienlijk toegenomen in plaatsen als Paramaribo, waar meerdere etnische groepen naast elkaar bestaan. De politieke arena dient ook als ontmoetingsplaats voor verschillende groepen.

In het algemeen heeft de Surinaamse samenleving de afgelopen decennia aanzienlijke veranderingen ondergaan, met meer contact en inspanningen voor integratie en emancipatie. De VHP en haar toenmalige leider Jagernath Lachmon, hebben een sleutelrol gespeeld in het bevorderen van verbroedering en het stimuleren van een harmonieuze samenleving die diversiteit omarmt.

Volgens hem maakt elke groep een emancipatieproces door, waarin ze zichzelf beginnen te identificeren en groepscohesie vormen. Dit proces omvat het vinden van een plaats in de samenleving en vereist leiders die de groep vooruit kunnen helpen. Hij noemde specifieke leiders, zoals Jagernath Lachmon, Iding Soemita en Jopie Pengel, die een belangrijke rol hebben gespeeld in verschillende etnische groepen.

Voorts zei Schalkwijk dat emancipatie wordt gezien als een voorloper van integratie, waarbij de plaats van de groep in de grotere samenleving, moet worden gevonden. Hij benadrukte dat dit ook leiders vereist en vaak een politiek aspect heeft. De mate van integratie varieert tussen verschillende groepen: “Sommige zijn volledig geïntegreerd en erkend in de samenleving, terwijl de andere daar nog mee bezig zijn, denk aan de Marrons en de inheemsen.’’

Schalkwijk behandelde vervolgens ook de moderne geschiedenis van Suriname, beginnend in de jaren 1940. In deze tijd nam de invloed van plantages af en werden industrieën als mijnbouw (ontginning van bauxiet) belangrijk en de kleine landbouw zich aanzienlijk ontwikkelde. Hij maakte duidelijk dat de Tweede Wereldoorlog een aantal positieve ontwikkelingen bracht voor Suriname, omdat de Nederlanders bezig waren met de oorlog, waardoor er meer ruimte kwam voor politiek en het streven naar autonomie in ons land.

Hij vertelde dat in deze periode ook de eerste politieke groeperingen ontstonden en werd aangedrongen op zelfbestuur en verkiezingen. Schalkwijk stelde dat er sinds 1650 altijd verkiezingen hebben bestaan in Suriname, maar dat aanvankelijk alleen de elite mocht stemmen. Echter, tegen de jaren veertig werd het kiesrecht uitgebreid en waren er minder dan 3.000 stemgerechtigden.

Over het geheel genomen was het relaas van de geschiedenis het inzicht in het proces van samenkomen en het vormen van relaties tussen verschillende groepen in Suriname, evenals de historische context van de jaren veertig van de vorige eeuw, toen politieke bewegingen en het streven naar autonomie en zelfbestuur in een stroomversnelling terecht kwamen.

More
articles