Een kwart van de leerkrachten in het middelbaar onderwijs loopt al aan het begin van het schooljaar een verhoogd risico op burn-out. Dit risico stijgt tegen november tot één op de drie lesgevers, blijkt uit onderzoek van Yanni Verhavert, bewegingswetenschapper aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Verhavert benadrukt dat voldoende fruit eten een van de beste manieren is om dit risico te verkleinen.
Het doctoraatsonderzoek toont aan dat het burn-out-risico in de loop van het schooljaar toeneemt. In september ligt het risico op 25,6 procent, maar tegen november en december stijgt dit percentage naar 34,8 procent. Hoewel er in januari en februari een lichte daling naar 31,7 procent is, blijft het risico aanzienlijk.
Verhavert ontdekte tijdens haar onderzoek dat de covidpandemie een onverwachte invloed had op de burn-out-cijfers. Tijdens de lockdown daalde het risico tot 20,3 procent in maart en april 2020, om daarna weer te stijgen. Dit wijst mogelijk op een langdurige negatieve impact van de pandemie op de mentale gezondheid van leerkrachten.
Beweging en voeding als bescherming
Verhavert onderzocht ook het effect van beweging, voeding en slaap op het burn-out-risico. Ze ontdekte dat fysieke activiteit niet altijd het verwachte effect heeft. Zo blijkt matige huishoudelijke activiteiten, zoals gras maaien, eerder nadelig, terwijl actieve, matige beweging zoals fietsen naar het werk juist beschermend werkt.
Intensieve fysieke activiteiten in de vrije tijd, zoals hardlopen, zijn ook voordelig, terwijl zware fysieke inspanningen op het werk juist het risico verhogen.
Het onderzoek toont ook aan dat een gezond slaappatroon tijdens de weekdagen beschermend is tegen burn-out, terwijl langslapen in het weekend het risico juist kan verhogen. Wat voeding betreft, is er een sterk vermoeden dat 250 gram fruit per dag het risico op burn-out verkleint, hoewel slechts 13 procent van de leerkrachten aan deze aanbeveling voldoet.
Aanbevelingen voor de toekomst
Verhavert doet in haar onderzoek enkele aanbevelingen om het burn-out-risico te verminderen. Ze pleit ervoor dat leerkrach-ten worden aangemoedigd om fysiek actief te zijn buiten de schooluren, met voldoende intensieve activiteiten die hen helpen psychologisch afstand te nemen van hun werk. Daarnaast adviseert ze scholen om fruitmanden beschikbaar te stellen en leerkrachten te informeren over het belang van gezonde voeding.
Tot slot benadrukt Verhavert dat er aandacht moet zijn voor stressoren op het werk, zoals hoge werklast en administratieve taken. Ze roept de overheid op om leerkrachten meer echte vrije tijd te geven, zodat ze zich beter kunnen focussen op een gezonde levensstijl en zich kunnen richten op hun kerntaken.