Een cruciale strijd voor Suriname
Ingezonden
In een vrije democratie en rechtsstaat zijn vrijheid van meningsuiting en persvrijheid de hoekstenen van een gezonde samenleving. Helaas staan deze fundamentele rechten in Suriname onder toenemende druk, zoals recentelijk is gebleken uit de juridische stappen die minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken en de staat Suriname hebben ondernomen tegen hoofdredacteur Nita Ramcharan van Starnieuws.
Suriname heeft, zoals Ramcharan terecht opmerkt, moeilijke tijden doorgemaakt. De moorden op 8 december 1982, waarbij vijf moedige journalisten hun leven verloren, onder wie de levenspartner van Nita Ramcharan, Leslie Rahman, blijven een schrijnend voorbeeld van wat er gebeurt wanneer de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid worden onderdrukt. Deze journalisten werden vermoord door het regime van Desi Bouterse, die onlangs eindelijk is veroordeeld voor deze wrede misdaad.
De situatie in de jaren ’80, waarin de drukkerij van het Surinaamse dagblad De West meerdere keren werd aangevallen, is een ander voorbeeld van de onderdrukking van de pers tijdens deze donkere periode. Op 25 februari 1980, kort na de staatsgreep door een groep sergeanten, werd het gebouw van De West aan de Mr. Dr. J.C. de Mirandastraat beschoten met machinegeweren en werden er twee handgranaten naar binnen geworpen in de drukkerij en de administratie, die al onder bedreiging van ene sergeant Wooter waren ontruimd. Deze veroorzaakten aanzienlijke schade aan het gebouw en vernietigden een van de oudste drukpersen van De West.
Op 26 februari 1980 omstreeks 20.30 uur tijdens de avondklok, stopte een Nekaf Jeep van het leger voor de deur van de administratie van De West, die door de inzittenden met zwaar mitrailleurvuur werd doorzeefd (zie foto). De West was op 26 februari als avondkrant gewoon verschenen, hetgeen niet in goede aarde was gevallen bij de coupplegers. Niemand vanuit kringen van de militairen, had De West na 25 februari gemeld, dat er een verschijningsverbod van kracht was, vandaar deze nachtelijke intimidatiebeschieting. Ondanks deze aanvallen bleef De West publiceren, hoewel ze onder zware zelfcensuur werkte. Deze gebeurtenissen onderstrepen het belang van het beschermen van journalisten en het waarborgen van een vrije pers.
De zaak tegen Nita Ramcharan is niet alleen een aanval op haar persoonlijk, maar ook een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting in Suriname als geheel. Het is zorgwekkend dat een democratische regering, die zou moeten staan voor deze rechten, juridische stappen onderneemt die de persvrijheid kunnen ondermijnen. Het is bemoedigend om te zien dat zoveel collega’s en mediaprofessionals, achter Nita Ramcharan staan in deze kwestie. Dit toont aan dat er een breed begrip en waardering is voor het belang van persvrijheid in Suriname. Het idee ‘vandaag is het Starnieuws, morgen ben ik het’, weerspiegelt een bredere angst dat de rechten van één journalist de rechten van alle journalisten vertegenwoordigen. Als de persvrijheid in het geding is, staat het hele land op het spel.
Stichting 8 december 1982 zal blijven strijden voor gerechtigheid en het herdenken van de slachtoffers van 1982, terwijl we ons ook inzetten voor het beschermen van de rechten van journalisten in het heden.
Stichting 8 december 1982
Sunil Oemrawsingh