IDB: ‘Bijstandsprogramma’s bereiken de meest kwetsbaren niet’

De nieuwste armoede- en gelijkheidsbeoordeling voor Suriname, gebaseerd op de IDB SLC 2022, biedt cruciale inzichten in een omgeving met beperkte data. Dit onderzoek, dat interviews omvat met ongeveer 2.500 huishoudens en 7.500 individuen, presenteert de eerste wereldwijd vergelijkbare armoedemaatregelen voor Suriname sinds 1999. De beoordeling sluit aan bij de aanpak van het Surinaamse Armoedecomité en maakt gebruik van een asset-based raamwerk.

Het rapport identificeert wie de armen zijn, analyseert hun kenmerken en vergelijkt deze patronen internationaal. Het onderzoekt diepgaand de fundamentele determinanten van armoede, zoals de arbeidsmarkten en sociale bijstand. Op basis van eerdere analyses en consultaties worden beleidsaanbevelingen gedaan voor de korte en middellange termijn. De eindproducten van deze beoordeling zijn een kernrapport en drie bijlagen over armoedeschatting, arbeidsmarkten en sociale bijstand.

Een van de belangrijkste bevindingen is dat tekorten aan menselijk kapitaal, vooral in het onderwijs, de kern vormen van armoede en ongelijkheid in Suriname. Deze tekorten overlappen met historische etnische en geografische ongelijkheid. Er is een discrepantie tussen vraag en aanbod van arbeid, veroorzaakt door een gebrek aan vaardigheden binnen de beroepsbevolking. Daarnaast benut Suriname niet de voordelen van de betere onderwijsprestaties van vrouwen, die groeikansen en armoedebestrijding belemmert. Sociale bijstandsprogramma’s bereiken onvoldoende de mensen die ze het meest nodig hebben.

Een andere zorg is de noodzaak van zorgvuldige planning om ervoor te zorgen dat offshore olie-inkomsten bijdragen aan het verminderen van armoede en ongelijkheid. De levensvatbaarheid van de offshore olie- en gasvelden is onzeker, en de industrie zelf heeft slechts een beperkt aantal hoogopgeleide arbeidskrachten nodig.

Bovendien kunnen tekortkomingen in vaardigheden de ontwikkeling van lokale verbanden met de aardolie-industrie beperken. Het fenomeen van de Dutch disease, kan de groei van andere sectoren schaden en inflatie verergeren, wat al een probleem is in Suriname. Voorzichtige investeringen in olie-inkomsten vragen om robuust bestuur en sterke instellingen dat het politieke landschap van Suriname kan compliceren. Afhankelijkheid van olie kan Suriname blootstellen aan aanzienlijke economische schokken.

De beoordeling benadrukt dat macro fiscale stabiliteit essentieel is om economisch herstel op korte termijn te ondersteunen, met een huidige doelstelling van een primair overschot van 2,7 procent. Op de middellange termijn wordt verwacht dat economische groei en inkomsten uit offshore olie-exploratie de begrotingspositie van Suriname zullen verbeteren. De aanbevelingen in het rapport, gebaseerd op eerder analytisch werk en beleidsdialogen met collega’s uit de IDB- en WB-sector, richten zich op onderwijs en vaardigheden, geslachtsgelijkheid, sociale bijstand en de verbetering van data en bewijsmateriaal.

Deze beoordeling biedt een waardevol raamwerk voor beleidsmakers om de complexe uitdagingen van armoede en ongelijkheid in Suriname aan te pakken en effectieve strategieën te ontwikkelen voor duurzame economische groei en sociale vooruitgang.

 

More
articles