Het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) heeft van 9 tot 11 juli een succesvolle training georganiseerd over het gebruik van de tool: ‘Low Emissions Analysis Platform’ (LEAP). Dit instrument is ontwikkeld door het Stockholm Environment Institute en kan gebruikt worden voor het berekenen van de broeikasgasuitstoot in verschillende sectoren met name de energiesector. Ook bestaat de mogelijkheid om met LEAP scenario’s te ontwikkelen voor de toekomst inclusief het vaststellen van (mitigatie) maatregelen om deze geconstateerde uitstoot te reduceren.

De training is in samenwerking met het Capacity Building Initiative for Transparency (CBIT) van het VN Milieu Programma (UNEP) gevestigd in Kopenhagen georganiseerd en heeft als doel het versterken van de capaciteit van experts in de energiesector, zodat zij in staat zijn de broeikasgasuitstoot te berekenen alsook passende maatregelen te kunnen identificeren voor het verminderen van de geconstateerde uitstoot. Dit is van belang, omdat Suriname in staat moet zijn te voldoen aan de rapportageverplichtingen (effectief, consistent en transparant rapporten op te maken) alsook inclusieve besluitvorming en effectieve implementatie van klimaatbeleid in Suriname te bevorderen.

Achtergrond

LEAP is een veelgebruikt software-instrument voor energiebeleidsanalyse en beoordeling van klimaatveranderingsmitigatie, ontwikkeld door het Stockholm Environment Institute. Gebruikers van LEAP zijn onder andere overheidsinstanties, academici, niet-gouvernementele organisaties, adviesbureaus en energiebedrijven. LEAP wordt op verschillende schaalniveaus gebruikt, van steden en staten tot nationale, regionale en mondiale toepassingen. LEAP wordt steeds meer de standaard voor landen die geïntegreerde hulpbronnenplanning, beoordelingen van broeikasgas (GHG) mitigatie en lage emissie ontwikkelingsstrategieën (LEDS) uitvoeren, vooral in ontwikkelingslanden. Veel landen hebben gekozen voor LEAP als onderdeel van hun verplichtingen om te rapporteren onder het UNFCCC en gebruiken het om energie- en emissiescenario’s te creëren die de basis vormen voor hun Nationally Determined Contributions (NDCs).

Doelstelling

Het hoofddoel van de training was om deelnemers uit de belangrijkste organisaties die zich bezighouden met energieontwikkeling en met modellering en scenario’s van GHG-emissies, praktisch te begeleiden in het gebruik van het LEAP-model. Verwacht werd dat de deelnemers praktische kennis zouden verwerven over hoe ze met het LEAP-model kunnen werken en welk type gegevens nodig zijn voor de verwerking. Deze verbeterde kennis zal resulteren in een beter begrip van de voortgang van de NDC-implementatie in Suriname, wat leidt tot betere besluitvorming.

Doelgroep

De training bracht medewerkers bijeen die aan verschillende klimaatveranderingsprojecten in het land werken, zoals het tweejaarlijks updaterapport, het tweejaarlijks transparantierapport en de NDCs. In deze projecten kan LEAP worden gebruikt als hulpmiddel voor modellering en scenarioanalyse van GHG-emissies en mitigatieacties. De participanten die aanwezig waren voor deze training, zijn met name gerelateerd aan de energiesector: vertegenwoordigers van de EBS, Staatsolie, het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en de Universiteit als wetenschappelijk instituut inclusief de medewerkers van het onderdirectoraat Klimaatverandering van het ministerie van ROM.

De training

De training was een succes en heeft de deelnemende specialisten voorzien van de benodigde vaardigheden om effectief gebruik te maken van LEAP in hun respectieve werkzaamheden.

Het succes van training ligt er vooral in het feit dat het heeft plaatsgevonden in een cruciale periode waarbij Suriname zich voorbereid om te werken aan haar eerste Transparantie rapport, Biennal Transparency Report (BTR1) en de derde Nationally Determined Contribution (NDC3) die conform het Parijs Akkoord respectievelijk 31 december 2024 en 28 februari 2025 moeten worden ingediend.

Tenslotte draagt de training bij aan het verbeteren van de kwaliteit en kwantiteit van de klimaatrapportages die worden ingediend bij het secretariaat van het Klimaatverdrag, wat cruciaal is voor de duurzame ontwikkeling van het land en het volk.