De aanpak van grondconversie, personeelsbeleid en veiligheid is onlangs besproken tijdens de Regeringsraad Vergadering (RRV). President Chandrikapersad Santokhi heeft opgeroepen om gebruik te maken van grondconversie om bestaanszekerheid van percelen te garanderen en af te zijn van de verhoogde grondhuurtarieven. In het kader hiervan is er tijdens de RRV op woensdag 10 juli goedkeuring verleend aan grondconversies voor 133 belanghebbenden.
President Santokhi heeft benadrukt dat het digitale systeem van afhandeling heel efficiënt werkt. De opbrengsten van deze grondconversie-beslissingen bedragen op dit moment op SRD 70 miljoen. Bovendien wordt verwacht dat voor eind dit jaar er een bedrag van SRD 150 miljoen zal worden genoteerd. Het staatshoofd heeft aangekondigd dat dit zal worden gebruikt om de AOV van seniorenburgers en diverse sociale uitkeringen van burgers te verhogen.
In de RRV heeft de minister van Defensie de aanpak van de veiligheid, met name in het binnenland, besproken. De president betreurt diep de recente ernstige berovingen in Suriname. Tijdens de vergadering benadrukte de minister van Defensie de nauwe samenwerking tussen het Korps Politie Suriname (KPS) en het Nationaal Leger (NL). Hij informeerde de aanwezigen dat de autoriteiten over substantiële informatie beschikken met betrekking tot de daders. Er zal een verhoogde zichtbaarheid zijn van zowel politie als militairen, en binnenkort zullen er operationele acties worden ondernomen om de daders aan te houden en zo de rust en veiligheid in het land te herstellen. De president heeft benadrukt dat de veiligheid van de samenleving en het handhaven van orde en rust van het hoogste belang zijn. Hij doet een beroep op alle burgers om waakzaam te zijn en verdachte activiteiten direct te melden.
In het kader van het efficiënter laten verlopen van het personeelsbeleid heeft de regering besloten om enkele wijzigingen in de beregeling aan te brengen. De Directeur van Bestuurs en Administratieve Aangelegenheden van het Kabinet van de President, Adyaikoemar Moensi, heeft overleg gepleegd met directeuren van ministeries en de respectievelijke HRM’s, terzake de vaststelling van nadere richtlijnen ter uitvoering van artikel 3 lid 2 van de Personeelswet.
Hierbij is het volgende besluit genomen: Ministers hebben de bevoegdheid om binnen hun ministeries kwesties af te handelen voor ambtenaren die in salarisschalen 1 tot 6 vallen. Aangelegenheden betreffende ambtenaren in salarisschalen 7 en 8 worden behandeld door de minister van Binnenlandse Zaken, terwijl zaken met betrekking tot werknemers in hogere salarisschalen worden doorverwezen naar de RVM. Met dit besluit beoogt de president de ontevredenheid binnen de ambtenarij weg te nemen.
