Philip Rietema, vicepresident van Exxon-Mobil Guyana, heeft onthuld dat de beslissing van het bedrijf om zich terug te trekken uit het Kaieteur-blok vorig jaar, te wijten was aan het onvermogen van het project om te voldoen aan de strenge investeringshindernissen. Deze beslissing werd genomen ondanks jaren van intensieve inspanningen en seismisch onderzoek.

Tijdens een aflevering van de Guyana Energy Perspectives Podcast op 30 juni, legde Rietema uit: “We verlieten eind vorig jaar het Kaieteur-blok na seismische boorputten te hebben gedaan, jarenlang veel werk te hebben verricht en toen we een stap terug deden, hadden we niets dat aan onze investeringshindernis voldeed. Het voldeed niet aan die vereiste en we besloten onze tijd en energie op andere gebieden te richten.”

Rietema benadrukte de aanzienlijke financiële risico’s en strategische overwegingen achter hun vertrek uit deze ‘risicovolle’ onderneming. Hij merkte op: “Het is indicatief voor het risico dat inherent is aan het zoeken naar olie en gas. Vóór onze ontdekking in het Stabroek-blok waren er meer dan 40 putten geboord in het bassin. Ze waren allemaal droog.” Deze historische context onderstreept de grote risico’s die verbonden zijn aan exploratie in de regio, zoals ook blijkt uit de uitkomsten in de Kaieteur- en Canje-blokken.

Hoewel ExxonMobil zich terugtrok uit het Kaieteur-blok, blijft het bedrijf actief in andere gebieden. Rietema verduidelijkte dat Exxon afzonderlijke contracten en licenties heeft voor de Canje- en Kaieteur-blokken, met verschillende co-venturers. Echter, geen van deze blokken heeft commerciële hoeveelheden koolwaterstoffen opgeleverd.

Hess, een andere partner in het Kaieteur-blok, heeft zich ook teruggetrokken en hun participaties teruggegeven aan de oorspronkelijke licentiehouders: Ratio Guyana Limited en Cataleya Energy Limited. Rietema erkende de aanzienlijke financiële impact van deze ‘verloren investering’, maar benadrukte dat dergelijke risico’s inherent zijn aan de aard van olie- en gasexploratie. Ondanks deze tegenslag blijft ExxonMobil toegewijd aan zijn exploratie-inspanningen in Guyana en evalueert het bedrijf de vooruitzichten in het Canje-blok.  ExxonMobil heeft een belang van 35 procent in Canje, samen met TotalEnergies (35%), JHI Associates (17,5%) en Mid-Atlantic Oil & Gas (12,5%).

Ondertussen bloeit de oliesector in Guyana, voornamelijk dankzij succesvolle projecten in het Stabroek-blok zoals Liza Phase 1, Liza Phase 2 en Payara, die gezamenlijk meer dan 600.000 vaten olie per dag produceren. Daarnaast staan er meer projecten op de planning, waaronder Yellowtail, Uaru en Whiptail, die de komende jaren zullen starten met productie. Rietema benadrukte dat deze projecten de voortdurende bijdragen van ExxonMobil aan de economie van Guyana bevestigen via royalty’s en andere financiële verplichtingen. Hij concludeerde: “Het benadrukt het risicovolle karakter van de business waarin we ons bevinden. Als je een geweldige ontdekking doet, zoals wij doen met de meerdere ontdekkingen in het Stabroek-blok, kan dat ook zeer de moeite waard zijn.”