Belangrijke milieukwesties en sociaal-economische ontwikkelingen Newmont

Tijdens een Openbare Hoorzitting voor de gemeenschap gisteren toonden de aanwezige diensten, particuliere bedrijven een opmerkelijke belangstelling voor het milieu en de gezondheidszorg in oost-Suriname het gebied waar het bedrijf Newmont bezig is met werkzaamheden. Op de zitting werden vertegenwoordigers in gelegenheid gesteld vragen te stellen. Zo stelde een van de vertegenwoordigers van Openbare Werken dat de 1324 hectare van Newmont, die ontbost zal moeten worden, en hoe om zal worden gegaan met de medicinale kruiden, die verloren zullen gaan. Volgens hem zal tot 2039 wanneer Newmont de mijnen gaat sluiten toch beplanting zal moeten plaatsvinden. Op een bepaald moment, in de levensduur van een mijn, zullen de ertsbronnen uitgeput raken en kan de exploitant niet langer materiaal verwijderen zonder financieel verlies te lijden. De vertegenwoordiger van OW vroeg wat voor soort bomen er geplant zllen worden, hoe op dag-, maand- en jaarbasis vastgesteld gaat worden, of er afwijkingen zijn. Ook wilde hij weten wat voor soort en aantal bomen er zullen worden geplant. Bij de beantwoording van vragen kwam naar voren, dat nagegaan zal worden, welke boomsoorten voorkomen in het gebied van de ontbossing. Bij de herbeplanting zullen de genoteerde boomsoorten geplaatst worden.  Cynthia Wezenhagen van Ruimtelijke Ordening wees erop, dat de flora en fauna in het gebied meestal problemen krijgt met de bodemgesteldheid en landdegradatie, het verminderen van de kwaliteit van land en bodem zal het gevolg zijn van menselijke en natuurlijke activiteiten. Een gebied/ bodem dat gedegradeerd is in productiviteit, is te herkennen aan een kale rotsbodem, verzilting, versnelde bodemerosie, onvruchtbare bodem enz.

Wezenhagen vroeg hoe daarmee zal worden omgegaan. In de beantwoording van New-mont werd aangehaald dat alles afhangt van de rehabilitatie werkzaamheden. Het stabiliseren van de bodem met gebruik van zaden, die gemixt worden met het vertilizeren en besproeiing. De vertegenwoordiger van het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG) had het over mogelijke besmetting, die zou kunnen plaatsvinden, vanuit de plaats waar de mijnwerkers wonen en een besmettelijke ziekte zouden kunnen meenemen naar het werk, maar dat ook omgekeerd zou kunnen plaatsvinden. In reactie op het voorgaande wees het bedrijf erop dat zorgvuldig wordt omgegaan met besmettelijke ziekten. Ook na deze vraag zal dit worden nagegaan enzo voorzichtigheid te betrachten en de risico’s daartoe te beperken of voorkomen.

De niet-technische samenvatting van de Newmont bijeenkomst had tot doel, met de vertegenwoordigers van overheidsdiensten, particuliere bedrijven, organisaties en belanghebbenden te praten over de relevante informatie uit het mlieueffectrapport van haar project Merian Mine Tailings Storage Facility 2. Ook wilde Newmont communiceren met de vertegenwoordigers, om hiermee de publieke participatie in de totstandkoming van het project, te bevorderen. Het project gaat over de nieuwe tailing pond die grenst aan het al bestaande residubekken (denk aan overblijfselen na een chemisch proces in lager liggende gebieden in de omgeving), die zijn capaciteit bereikt in 2028 (wordt gesloten). Volgens Newmont is het “scenario van een damdoorbraak waarschijnlijk zeer minimaal” Het bedrijf wil een tweede zogenoemde ‘tailing pond’ ontwikkelen bij haar Merian goudmijn. Over deze plannen organiseerde het goudmijnbedrijf (onderdeel van het Amerikaanse Newmont Corporation) een openbare vergadering op dinsdag 9 juli in Hotel Torarica. Het bedrijf vertelde aan de aanwezigen (ongeveer 50 personen), die waren uitgenodigd om deel te nemen aan de discussies over de ‘Environmental and Social Impact Study van het Tailings Storage Facility II project’. Zoals verwacht kwamen er interessante vragen over het project tijdens deze bijeenkomst. Een ‘tailing pond’ oftewel residubekken is de natte opslagplaats voor het afval en de bijproducten die overblijven uit de mijnbouw – zoals slib of vloeibaar chemisch afval. Het Esia-addendum beschrijft het proces van een milieu- en sociale effectbeoordeling (ESIA) om de effecten van een project op mens en milieu te bepalen. Environmental Resources Management (ERM), een internationaal milieuadviesbureau, voert de ESIA uit en werkt samen met lokale specialisten. ERM werd door ERM Surgold ingehuurd om de ESIA voor het Merian Project, voor te bereiden. Hun rol is om op te treden als onafhankelijke adviseur, maatregelen aan te bevelen om positieve effecten te bevorderen en negatieve effecten te minimaliseren, betrokkenheid van het publiek te faciliteren en geïnteresseerde mensen of organisaties aan te moedigen deel te nemen aan het proces. De ESIA moet voldoen aan de best practice richtlijnen van het Surinaams Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling (NIMOS) en internationale standaarden zoals de International Finance Corporation Performance Standards. Dit betekent dat de ESIA de huidige milieu- en sociale omstandigheden documenteert, toekomstige omstandigheden voorspelt en maatregelen aanbeveelt om positieve effecten te maximaliseren en negatieve effecten te minimaliseren.

More
articles