De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) en de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) hebben hun bezorgdheid geuit over het besluit van de regering om de beschikking van de minister van Financiën d.d. 28 december 2023, betreffende de gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten op bedrijfsmiddelen, niet te verlengen. Deze regeling, die geldig is tot 28 juni 2024, biedt ondernemers vrijstelling van invoerrechten bij de invoer van bedrijfsmiddelen, zoals vastgelegd in de Wet Tarief van Invoerrechten 1996.

Onbehoorlijk bestuur en voorspelbaarheid

Het bedrijfsleven bekritiseert het abrupt stopzetten van de vrijstellingen zonder voorafgaand nieuw beleid en duidelijke criteria als een vorm van onbehoorlijk bestuur. De voorspelbaarheid van overheidsbeleid is cruciaal voor ondernemers, vooral gezien de lange terugverdientijd van investeringen. Het gebrek aan voorspelbaarheid ondermijnt het vertrouwen en belemmert de langetermijnplanning.

Economische impact

De verhoogde invoerkosten zullen onvermijdelijk leiden tot hogere verkoopprijzen, waardoor de concurrentiepositie van lokale bedrijven wordt verzwakt ten opzichte van buitenlandse concurrenten. Dit effect zal de hele gemeenschap raken, met een sneeuwbaleffect op de economie, toenemende druk op salarissen en verdere belasting van het bedrijfsleven.

Ondersteuning van lokale producenten

Lokale producenten worden niet gestimuleerd door het stopzetten van deze vrijstellingen. Het is van groot belang dat de overheid een consistent beleid voert dat de lokale productie bevordert en economische groei ondersteunt. Het ontbreken van stimulans voor lokale productie is een gemiste kans voor het bevorderen van economische groei.

Traagheid van de evaluatie

De commissie Herevaluatie Vrijstellingenbeleid, bestaande uit vertegenwoordigers van het ministerie van Financiën en Planning en het bedrijfsleven, heeft tot nu toe weinig vooruitgang geboekt, mede door een gebrek aan betrouwbare data. Hoewel recent is afgesproken dat het advies binnen twee weken afgerond moet zijn, blijft het gebrek aan betrouwbare data een significant obstakel. Het bedrijfsleven wijst hierbij ook naar de verantwoordelijkheid van de overheid voor dit gemis aan vooruitzicht.

Bescherming van bonafide bedrijven

Als het besluit is ingegeven om malafide bedrijven aan te pakken, mag het bonafide bedrijfsleven hier niet de dupe van worden. De gecombineerde handelingen van malafide handelaren en overheidsmedewerkers, en het gebrek aan handhaving en controle door de overheid, mogen geen negatieve gevolgen hebben voor eerlijke ondernemers.

Overheidsinkomsten

Het bedrijfsleven benadrukt dat het proces rondom btw-inning verbeterd moet worden om de staatsinkomsten significant te verhogen. Investeringen in kader en systemen zijn cruciaal om belastingontduiking en fraude sneller te identificeren. In lijn met de IMF-aanbevelingen, benadrukt de Suriname Economic Oversight Board (SEOB) het belang van eenduidige fiscale identificatienummers om de compliance te verbeteren.

Het bedrijfsleven dringt er bij de regering op aan om de vrijstellingen te verlengen totdat de commissie haar evaluatie heeft afgerond en een gedegen, op betrouwbare data gebaseerd advies heeft uitgebracht. Voorspelbaarheid en consistentie van overheidsbeleid zijn cruciaal voor het bevorderen van een gezonde economische omgeving en het beschermen van de concurrentiepositie van lokale bedrijven.

Het bedrijfsleven blijft benadrukken dat beleidsmaatregelen de stabiliteit en voorspelbaarheid van de markt moeten waarborgen, zodat ondernemers in een betrouwbare omgeving kunnen investeren en plannen. Een betrouwbare overheidspartner is essentieel voor duurzame economische groei en maatschappelijke welvaart.