Bankensector in Suriname op weg naar bredere toegankelijkheid

In reactie op de recente oproep van president Chandrikapersad Santokhi om het bankwezen in Suriname toegankelijker te maken voor een breder publiek, heeft de Vereniging van Economisten (VES) in haar blad VES NZICHT, aandacht besteed aan het begrip ‘financial inclusion’ zoals internationaal omschreven.

Het onderwerp komt in de schijnwerpers te staan na een referentie naar de VES-nieuwjaarsrede van 2013, waarin Djaienti Hindori, toenmalig voorzitter van de Surinaamse Bankiersvereniging (SBV), sprak over de noodzaak van een grotere bankbreedte. Hindori benadrukte in haar presentatie, getiteld ‘Op naar een grotere bankbreedte’, dat hoewel er een exponentiële groei is in de totale kredietverlening van algemene banken, deze groei zich onvoldoende in de breedte van de samenleving heeft verspreid. Het aantal ‘non-bancables’ – mensen aan wie de bankensector geen krediet verleent vanwege risicofactoren of wanprestatie – blijft te hoog. Deze personen zijn vaak aangewezen op de informele financiële sector, met alle negatieve gevolgen van dien, zoals woekerrentes en gedwongen terugbetalingen. Hindori stelde dat er een braakliggend terrein is voor wetenschappelijk onderzoek naar deze informele sector, die een significante rol speelt in de samenleving maar wordt gekenmerkt door gebrek aan registratie, regels en controle. De uitdaging voor de bankensector was en is het vergroten van het aantal afnemers van bankproducten en -diensten, en daarmee de bankbreedte te vergroten. Deze uitdaging wordt tegenwoordig versterkt door een maatschappelijke roep om het betrekken van achtergestelde groepen in de formele bankensector. In een recent interview op Radio ABC op 19 juni 2024 be-vestigde de directeur van de Finabank en bestuurslid van de SBV, dat de banken een geleidelijke transformatie ondergaan van puur winstgericht naar een meer evenwichtige focus op winst, mensen en natuur. Deze trend, bekend als maatschappelijk geëngageerd bankieren, sociaal bankieren, ethisch bankieren en groen bankieren, weerspiegelt een bredere toewijding aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaam bankieren. In dit kader speelt de bancaire sector een belangrijke intermediaire rol in de economie, waarbij ze niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief invloed kan uitoefenen op de economische groei. Door middel van financieringsbeleid kan de sector bijdragen aan duurzaam ondernemen, rekening houdend met milieuwetten, jurisprudentie en regelgeving die randvoorwaarden stellen aan bancaire ac-tiviteiten. In Suriname is dit bewustzijn ook op gang gekomen. De Suriname Conservation Foundation heeft het Green Partnership Programme ontwikkeld, waaraan ook banken zich hebben gecommitteerd (https://www.scf.sr/sgpp/). Dit programma richt zich op duurzaam bankieren met nadruk op sociale indicatoren zoals mensenrechten, minderheidsgroeperingen en gelijke ontwikkelingskansen. Maatschappelijk verantwoord bankieren raakt ook aan ecologische indicatoren door het vermijden van activiteiten die milieuschade veroorzaken en de regeneratiecapaciteit van ecosystemen overschrijden. Door een grotere toegankelijkheid voor de samenleving kan de bankensector, naast het beïnvloeden van de economische groei, ook bijdragen aan een meer gelijkmatige spreiding van de economische voordelen. VES INZICHT hoopt met dit artikel een bijdrage te leveren aan het vergroten van de noodzakelijke bankbreedte in Suriname.

More
articles