De Surinaamsche Bank (DSB), Hakrinbank en Finabank hebben onlangs een gezamenlijk statement uitgebracht, waarin zij reageren op de klaagschriftprocedure inbeslagname Euro 19,5 miljoen en informatie geven aan het publiek over de stand van zaken met betrekking tot het klaagschrift dat zij samen met de Centrale Bank van Suriname (CBvS) hebben ingediend tegen het Openbaar Ministerie (OM) Nederland.

“Op dinsdag 25 juni 2024 vond ten overstaan van het Gerechtshof Den Haag voor de derde keer de behandeling plaats van het beklag tegen de inbeslagname van de Euro 19,5 miljoen, welke case al twee keer eerder in het voordeel van de banken was beslecht en ten aanzien van welke uitspraken de Hoge Raad op detailpunten een nadere toetsing van het Gerechtshof wenste. Tijdens de recente behandeling van het beklag kwam naar voren dat het OM het eindproces-verbaal heeft opgemaakt en heeft betoogd dat het de vertegenwoordigers van de banken zal uitnodigen om verhoord te worden. De banken benadrukken echter dat er geen vervolging tegen hen is gestart door het OM Nederland. De banken zijn optimistisch over de uitkomst van de beklagprocedure. De uitspraak van het Gerechtshof is gepland op 6 augustus 2024. De banken blijven het publiek informeren over de verdere ontwikkelingen in deze zaak”, aldus de banken in hun gezamenlijke statement.

Volgens Nederlandse media heeft het Nederlands OM ervoor gekozen om na beslaglegging, nu ook onderzoek en vervolging van DSB, Hakrinbank en Finabank in te zetten. De achterstand in de wettelijke verslaglegging zal, in het geval van DSB en Hakrinbank, ook het bestuur en toezicht in de schijnwerpers van justitie plaatsen. De Nederlandse media lieten in hun verslaglegging weten, dat de banken tot nu toe geen gehoor gegeven hebben aan de meest recente uitnodigingen tot verhoor door het Openbaar Ministerie in Nederland.

Eerder heeft het ministerie van Justitie kenbaar gemaakt aan de Nederlandse autoriteiten niet bereid te zijn om ondersteuning te verlenen, naar aanleiding van een ontvangen rechtshulponderzoek.

De Centrale Bank van Suriname en de handelsbanken hebben meerdere juridische stappen ondernomen, tot vrijgave van de middelen en zijn in verschillende uitspraken, gevolgd in de argumenten betreffende onder meer immuniteit. Het Gerechtshof in Den Haag moet begin augustus oordelen over de status van de in beslag genomen contanten. Het moment van aanvang van het formele strafproces tegen de drie handelsbanken is nog niet bekendgemaakt. De verduidelijking vanuit de banken naar het publiek toe verhoudt zich met dit gegeven.