Verscheping vee- en slachtkoeien vertraagd door eisen van aanbieders

De voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Melkboeren (VSMB), Edmund Blufpand, zegt dat van de verscheping van de melkvee- en slachtkoeien, de prijs bij het ministerie per exemplaar bekend is, maar het aantal dieren dat wordt verscheept is nog niet helemaal duidelijk. Volgens Blufpand zullen er meerdere verschepingen plaatsvinden en is de ‘filtering’ van de koeien in eerste instantie, ook niet bekend. Volgens Blufpand is bij laatste vergadering waar de VSMB aanwezig was, gebleken dat de quarantaineplek nog niet af was en “daarom konden volgens het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), de dieren nog niet verscheept worden”. Blufpand maakt duidelijk, dat de koeien in quarantaine gehouden moeten worden. “Bij aankomst in ons land moeten de dieren afgezonderd worden op een plek, waar er geen andere Surinaamse koeien zijn”, aldus Blufpand. Voorts zegt hij dat deze werkwijze bedoeld is om te monitoren of er geen ziekten bij het vee zijn. Ook zegt Blufpand dat dieren eerst worden gekeurd in Brazilië door Braziliaanse en Surinaamse veeartsen, en er worden bepaalde eisen gesteld, alvorens de verscheping kan plaatsvinden. In ons land worden de koeien vervolgens nog eens onderworpen aan een onderzoek om er zeker van te zijn dat ze geen maagdarmaandoeningen, luchtwegaandoeningen, uierontstekingen, stofwisselingsproblemen en parasieten (zowel inwendig als uitwendig) hebben.

“Door de intensivering van de rundveehouderij neemt de kans op infecties toe”, aldus Blufpand.

Hij wijst erop dat na de periode van quarantaine, de keuring volgt van de Veterinaire diensten van LVV. Het ministerie benadrukt dat de wetgeving verbiedt, dat het slachten buiten slachtinrichtingen plaatsvindt waarvan de exploitant niet in het bezit is van een veterinaire vergunning. Dit verbod is niet van toepassing op slachtingen, die als religieuze rituelen worden gezien, met schriftelijke toestemming van de Veterinaire Dienst. “Slachtdieren zijn voor en na het slachten verplicht aan een keuring onderworpen.” Blufpand zegt dat pas wanneer de deskundigen van de Veterinaire Dienst het vee hebben vrijgegeven, de dieren kunnen worden doorverkocht aan de veehouderij van de importkoeien. Blufpand wijst erop dat een schatting van het aantal importkoeien ten eerste gebaseerd is op waar de dieren vandaan komen, pas daarna zal de verscheping plaatsvinden.

“Met kleinere vaartuigen, of zal er gebruik gemaakt worden van grote schepen, waarmee behoorlijke aantallen in één keer verscheept kunnen worden”, aldus Blufpand. Volgens hem is er eerder in 2022 gesproken over melkkoeien, die uit Brazilië zouden komen. Met betrekking tot de verscheping, moet volgens hem ook rekening gehouden worden met de quarantaineplek. “Wat tot gevolg kan hebben, dat het aantal importkoeien niet in één keer verscheept kan worden.”

Blufpand vermoedt dat de quarantaineplek ergens in Saramacca zal komen. Volgens hem is in eerste instantie het aantal van 300 tot 700 honderd koeien genoemd door LVV, maar later werden andere aantallen genoemd. Blufpand merkte op, dat met betrekking tot terreinen en gras, LVV dat wel zal kunnen aanbieden.

Over de importkoeien meende hij te weten dat het gaat om jonge dieren. Hij is geen voorstander van het importeren van drachtige dieren. ‘’Onze veeteeltsector beschikt over voldoende drachtige dieren. En ze zullen de koeien toch bijkans een jaar, soms zelf langer, nodig zullen hebben.’’ (De koe moet eerst gedekt worden en dan nog 9 tot 10 maanden dragen). “De draagtijd varieert ook afhankelijk van het geslacht van het kalf en het aantal kalveren dat ze zal baren.” Ook maakte hij duidelijk, dat pas na een jaar het dier gemolken gaat worden. Blufpand zei ook dat er tot nu toe heel weinig is gedaan om de boeren te kunnen voorzien van de nodige importkoeien.

Aan de andere kant zegt Blufpand dat recentelijk de Melk Centrale Paramaribo (CMP) een app groep heeft opgericht, waarop vrijwel alle boeren die melk aan MCP leveren, rechtstreeks contact kunnen maken met het bedrijf, en ook omgekeerd wordt er informatie verstrekt aan de boeren over de melkproducten.

Echter wees Blufpand erop, dat ook bij voorgaande regeringen, de melkproductie geen prioriteit had. Volgens hem hangt het van de beleidsmakers af, waar prioriteit aan gegeven wordt. ”

Datgene wat voorrang krijgt of voorrang mag krijgen, daar gaat het om. In de praktijk zijn dat de activiteiten, die direct de meeste waarde toevoegen, om je doelen in je werk te realiseren”, aldus Blufpand. Mukesh Ramlagan van de Veehoudersbond Suriname (VBS), zei dat de prijs en betalingswijze door LVV zelf, met name de kleine veehouders een vergoeding zal geven, die later verrekend zal worden. Ramlagan wees erop dat vanwege de koersfluctuaties (lage koers) naar alle waarschijnlijkheid MCP niet langer geïnteresseerd zal zijn in de koemelk, omdat melkpoeder beter uitkomt c.q. goedkoper is voor het bedrijf. Volgens hem is de kans daarom klein dat er melkvee geïmporteerd zal worden.

Ook wees hij erop dat aan het begin van de mededeling over de import van melkvee, er geen haast bij bleek te zijn, maar volgens Ramlagan is dat nu veranderd.

Hij rekende uit, dat bij een import van 1500 koeien is er niet 40 kilo gras, maar 60.000 kilo gras nodig voor dit importvee. Volgens hem heeft LVV niet die hoeveelheid gras beschikbaar voor deze koeien.

More
articles