De Verenigde Naties hebben 12 juni uitgeroepen tot de ‘Werelddag tegen Kinderarbeid’ (World Day Against Child Labour/Internationale Dag tegen Kinderarbeid). Dat betekent dat wereldwijd aandacht wordt gevraagd voor werkende kinderen, dus ook in Suriname. Het thema dit jaar is “Let’s act on our commitments: End Child Labour!”. Dit thema benadrukt het belang van het nakomen van onze beloften en verantwoordelijkheid om kinderarbeid wereldwijd te beëindigen. Het roept op tot concrete actie om dit probleem aan te pakken en de rechten en veiligheid van kinderen te beschermen.
Jaarlijks legt het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AWJ) rond deze dag de focus op bewustwordingsactiviteiten, gericht op gezamenlijke maatschappelijke inspanningen om kinderarbeid in ons land uit te bannen. Zo heeft het ministerie dit jaar, in samenwerking met studenten van de Juridische Faculteit van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, op dinsdag 11 juni en woensdag 12 juni 2024, enkele scholen bezocht om in overleg te treden met kinderen over het onderwerp en over het thema. Hierbij is er informatie aan hen verschaft over diverse vormen van kinderarbeid en over de verstrekkende en vaak verwoestende gevolgen voor de betrokken kinderen, hun gezinnen en de samenleving als geheel.
Het beleid van het ministerie met betrekking tot kinderarbeid richt zich enerzijds op het naleven van internationale standaarden en het versterken van de arbeidswetten om kinderarbeid te bestrijden, en anderzijds op het zelf ontwikkelde jeugdprofiel in het kader van het jeugdbeleid, dat zich richt op de Surinaamse situatie en dient als richtsnoer voor de vorming van jongeren tot volwaardige burgers in de maatschappij. Suriname heeft verschillende internationale verdragen geratificeerd, waaronder ILO Conventies 138 en 182, die betrekking hebben op de minimumleeftijd voor werk en de ergste vormen van kinderarbeid. Ondanks deze ratificaties bestaan er nog hiaten in de wetgeving, zoals de minimale leerplichtleeftijd van 12 jaar, wat kinderen van 12 tot 16 jaar kwetsbaar maakt voor kinderarbeid. Het ministerie is zich ervan bewust dat gevaarlijke kinder- en jeugdarbeid voorkomt in verschillende delen van ons land, vooral in het achterland van waaruit veel klachten het ministerie bereiken over gevaarlijke kinder- en jeugdarbeid. Dit gebeurt notabene op tijden waarbij kinderen op school behoren te zijn om onderwijs te genieten. Alhoewel de Wet Arbeid Kinderen en Jeugdige Personen, die in 2018 in werking is getreden, lichte arbeid door kinderen van 13 tot 15 jaar toestaat in bepaalde gevallen, ziet het ministerie liever dat kinderen geen arbeid verrichten, omdat het hen berooft van hun kindertijd en het recht op spelen na schooltijd. Tegen deze achtergrond is het ministerie doende om de wetgeving betreffende gevaarlijke arbeid voor jeugdige personen aan te scherpen. Daarnaast voert de Arbeidsinspectie in samenwerking met andere instanties, inspecties uit om kinderarbeid te detecteren en aan te pakken. Er zijn mechanismen opgezet voor het melden en doorverwijzen van gevallen van kinderarbeid naar de juiste autoriteiten, hoewel er nog steeds verbeteringen nodig zijn op het gebied van handhaving en samenwerking tussen de verschillende instanties. Al met al is het beleid gericht op het creëren van een beter gereguleerde en veilige arbeidsomgeving voor kinderen, met speciale aandacht voor preventie, detectie en handhaving van wetgeving gericht op arbeid door kinderen en jeugdige personen.
In het verschiet liggen: versterking van de Arbeidsinspectie, met ondersteuning van Brazilië, voor het ontwikkelen van een strategie voor een succesvolle aanpak van kinderarbeid naar analogie van dat land. Voorts zal de Nationale Commissie Uitbanning Kinderarbeid worden geheractiveerd waarbij meerdere maatschappelijke organisaties en de Jeugdraad betrokken zullen worden. Ook zal het ministerie zich inzetten voor het opvoeren van de leerplichtige leeftijd naar 16 jaar. Voorts zal in het kader van het Decent Work Country Programma een stappenplan worden ontwikkeld ter aanpak van kinderarbeid. Verder zal een wettelijke basis worden gelegd voor het doorverwijssysteem van de meldingsplicht kinderarbeid en zal het ministerie een maatschappelijk onderzoek laten verrichten naar de oorzaken van kinderarbeid, waarna het beleid ter bescherming van kinderen tegen kinderarbeid eventueel kan worden aangescherpt.