Radjendrekoemar Debie, VHP-parlementarier, voerde gisteren bij aanname van de wetswijziging van de Wet Fiscaal Identificatienummer, S.B. 2020 no. 17, aan, dat het optreden van de Belastingdienst daadkrachtiger en doelmatiger moet. ‘’En tegelijkertijd moet het klantgerichter en beter controleerbaar worden, zonder onnodige bureaucratie en administratieve lasten.‘’ De wetswijziging is gisteren met algemene 33 stemmen aangenomen. De Wet Fiscaal Identificatienummer is in 2020 in werking getreden; echter had de wet een beperking die moest worden opgeheven. Het identificatienummer was namelijk beperkt tot acht cijfers. Met de wijziging van de wet is besloten de cijfermatige beperking op te heffen.
De mate waarin de Belastingsdienst volgens Debie beter controleerbaar moet worden, wordt mede bepaald door de mate waarin de Belastingdienst haar gegevenshuishouding op orde heeft. ‘’Binnen de gegevenshuishouding van de Belastingdienst spelen fiscaal identificatienummers een spilfunctie: fiscaal identificatienummers dienen om persoonsgebonden gegevens eenduidig te identificeren. De handelingen met betrekking tot persoonsgegevens zijn door ICT eenvoudiger, gemakkelijker en effectiever geworden. ‘’De vernieuwingen die daardoor mogelijk zijn geworden, zoals de invoering van klantgerichte dienstverlening, eenmalige gegevensverstrekking, reductie van de administratieve lasten, koppeling van gegevens voor opsporing en handhaving en bestrijding van identiteitsfraude vormen de belangrijkste redenen voor actualisering van het persoonsnummerbeleid. De kern van deze actualisering bestaat uit de invoering van een fiscaal identificatienummer (FIN) voor de klantcontacten tussen burger en overheid, waarbij het gebruik van een persoonsnummer nodig is ten behoeve van eenduídige identificatie en registratie van personen bij de Belastingdienst. In het wetsvoorstel zijn regels opgenomen terzake fiscaal identificatienummers voor gebruik door de Belastingdienst. Dit algemene persoonsnummer treedt in de plaats van de bestaande vastnummers, stamnummers en import-exportnummers. Debie wilde van de minister van Financiën en Planning weten of het Fiscaal Identificatienummer stamnummers en import-exportnummers zal vervangen. De parlementarier voerde aan dat één nummer niet aan meerdere personen toegekend moet worden. Dit, om onwenselijke situaties te voorkomen.
‘’Wanneer een nummer wordt toegekend aan meerdere personen, dan zijn de gegevens van deze personen onder hetzelfde nummer terug te vinden en is het onduidelijk welke gegevens feitelijk betrekking hebben op de persoon die zich met het nummer meldt. Elk nummer moet dus maar één keer worden toegekend. Andersom is het niet raadzaam wanneer een situatie ontstaat waarin een persoon over meerdere nummers zou beschikken‘’, aldus Debie.
Het gebruik van het fiscaal identificatienummer moet aldus Debie, alleen toegestaan worden wanneer er sprake is van een goede controle van de identiteit van de persoon in kwestie. ‘’De vaststelling van iemands identiteit kan niet gebeuren uitsluitend door het overleggen van het nummer. Wel is het denkbaar dat het identificatienummer het hulpmiddel is waarmee gegevens worden ontsloten, die bij de controle van de identiteit een rol kunnen spelen. Fiscaal identificatienummers dienen om meerdere redenen geen informatie te bevatten.‘’ De eerste reden is dat nummers die informatie bevatten over de persoon in kwestie, zoals het geslacht of geboortedatum, uitnodigen tot het gebruik van deze informatie. Ook worden alleen al door het gebruikmaken van het nummer, persoonsgegevens kenbaar gemaakt zonder dat daarvoor een duidelijke reden bestaat. De tweede reden is dat nummers die informatie bevatten niet efficient zijn in het gebruik, omdat ze ertoe leiden dat de nummers langer worden dan strikt noodzakelijk. ‘’Een nummer waarin bijvoorbeeld de geboortedatum van een persoon is opgenomen, beperkt het aantal beschikbare mogelijkheden. Deze inefficientie leidt tot langere nummers en vergroot daardoor de kans op fouten bij het invoeren van de nummers.