De onderwijsproblematiek in het binnenland van Suriname is al decennialang een zorgwekkende kwestie. Gebrekkige infrastructuur, een tekort aan gekwalificeerd onderwijzend personeel, beperkte onderwijsvoorzieningen en sociaaleconomische uitdagingen, dragen bij aan een vicieuze cirkel van achterstand en ongelijkheid. Terwijl stedelijke gebieden geleidelijk vooruitgang boeken, blijven de inheemse en Marron kinderen in het binnenland achter. Dit beaamde de minister van Onderwijs niet zo lang terug in de media, en daarmee demonstreerde hij ook onbewust zijn onvermogen het probleem op te lossen.
Het is daarom hoog tijd dat wij die belangen hebben in de ontwikkeling van de inheemse en Marron kinderen, zelf zoeken naar innovatieve en effectieve oplossingen. Een veelbelovende aanpak is de oprichting van onderwijsregio’s.
Wat zijn onderwijsregio’s?
Onderwijsregio’s zijn geografisch afgebakende gebieden waarin scholen, gemeenschappen, en andere belanghebbenden samenwerken om het onderwijsaanbod te coördineren en te verbeteren. Deze regio’s opereren met een zekere mate van autonomie, wat betekent dat beslissingen over onderwijsbeleid en -praktijk dichter bij de gemeenschappen zelf worden genomen. Dit kan resulteren in een beleid dat beter aansluit bij de specifieke behoeften en omstandigheden van het binnenland.
Decentralisatie en lokale autonomie
Eén van de grootste voordelen van onderwijsregio’s is de mogelijkheid tot decentralisatie. Lokale besturen binnen deze regio’s kunnen beter inspelen op de specifieke uitdagingen en kansen in hun gebied. Door de betrokkenheid van lokale gemeenschappen bij het onderwijsbeheer, kan er een sterkere band ontstaan tussen scholen en de gemeenschappen die ze bedienen. Dit verhoogt de verantwoordelijkheid en ownership van onderwijsprojecten.
Verbetering van onderwijskwaliteit
Onderwijsregio’s bieden ook een platform voor gezamenlijke opleiding en professionele ontwikkeling van leraren. In plaats van geïsoleerd te opereren, kunnen leraren binnen een regio samenwerken, ervaringen uitwisselen en toegang krijgen tot gezamenlijke trainingsprogramma’s. Dit versterkt de kwaliteit van het onderwijs en zorgt ervoor dat leraren beter zijn uitgerust om les te geven in uitdagende omgevingen.
Efficiënt middelenbeheer
Een ander cruciaal voordeel is het efficiëntere beheer van middelen. Onderwijsregio’s kunnen middelen delen, zoals onderwijsmaterialen, technologische hulpmiddelen, en gespecialiseerde leraren. Dit kan leiden tot een nog evenwichtiger en effectiever inzet van schaarse middelen. Daarnaast kunnen onderwijsregio’s gezamenlijk fondsen werven en strategische investeringen doen in infrastructuur en voorzieningen.
Infrastructuur en logistiek
Het verbeteren van de bereikbaarheid van scholen is een dringende noodzaak in het binnenland. De weg naar de school te Duata is daar een schoolvoorbeeld van. Onderwijsregio’s kunnen in dat geval plannen ontwikkelen om transportmogelijkheden voor leerlingen en leraren te verbeteren. Gezamenlijke busdiensten of het onderhoud van wegen kunnen deel uitmaken van deze plannen. Bovendien kunnen scholen in clusters worden georganiseerd om beter gebruik te maken van gemeenschappelijke faciliteiten, zoals ICT-voorzieningen en bibliotheken.
Culturele en taaldiversiteit
Onderwijsregio’s kunnen een cruciale rol spelen in het aanpassen van het curriculum aan de culturele en taalachtergronden van de leerlingen. In gebieden waar inheemse of marrontalen worden gesproken, kan tweetalig onderwijs worden geïmplementeerd. Dit maakt het onderwijs niet alleen aangenaam toegankelijker, maar ook relevanter voor de dagelijkse leefwereld van de leerlingen.
Gezondheidszorg en sociale ondersteuning
Tot slot kunnen onderwijsregio’s samenwerking bevorderen tussen scholen en gezondheids- en sociale diensten. Dit creëert een geïntegreerd ondersteuningsnetwerk voor leerlingen, inclusief gezondheidszorg, voeding en psychosociale hulp na een ramp. Schoolmaaltijdprogramma’s kunnen bijvoorbeeld helpen om de ondervoeding en algehele gezondheid van leerlingen te verbeteren.
Ook buitenschoolse activiteiten met een opvoedend karakter en talentontwikkeling, kunnen zo worden aangepakt. De invoering van onderwijsregio’s biedt een veelbelovende en serieuze oplossing voor de hardnekkige onderwijsproblematiek in het binnenland van Suriname én doorbreekt ook de vicieuze cirkel van onnodige achterstand. Door verantwoordelijkheid en middelen lokaal te beheren, kunnen veel van de barrières die de toegang tot en de kwaliteit van onderwijs belemmeren die de minister noemde, worden verminderd. Deze aanpak vereist wel een sterke coördinatie en samenwerking tussen de overheid, lokale gemeenschappen en de andere stakeholders. Alleen door gezamenlijk op te treden, kunnen we een duurzame en rechtvaardige verbetering van het onderwijs in het binnenland realiseren. Het is tijd om lef te tonen en serieuze actie te ondernemen én te investeren in de toekomst van alle kinderen in Suriname, ook de inheemse en Marron kinderen, want de gebraden duiven vliegen niemand in de mond.
Sinclair Westenburg, kaderlid BEP