Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, sprak op maandag 27 mei de 4th International Conference on Small Island Developing States (SIDS4) toe. Deze conferentie vindt plaats van 27 tot en met 30 mei op Antigua and Barbuda onder het thema: ‘Charting the course toward resilient prosperity’.
Tijdens de openingssessie spraken de premier van Antigua en Barbuda, Gaston Browne, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres en andere hoogwaardigheidsbekleders uit het VN-spectrum. Hun toespraken benadrukten de multidimensionale kwetsbaarheid van de SIDS. Er werd opgemerkt dat hoewel de SIDS eilanden prachtige en veer-krachtige plaatsen zijn, ze ook heel erg kwetsbaar zijn.
De geografische ligging van de SIDS maakt hen bijzonder vatbaar voor klimaatchaos, stijgende zeespiegels en landdegradatie. Bovendien maakt de grote afhankelijkheid van importen en de kosten en complexiteit van waardeketens hen gevoelig voor mondiale economische schokken. Daarom is gerichte en specifieke ondersteuning voor de SIDS noodzakelijk. Er werd ook erkend dat de SIDS het niet alleen kunnen en de hulp van de internationale gemeenschap, vooral van de G20, nodig hebben.
In zijn toespraak ging minister Ramdin in op de specifieke kenmerken van Surina-me, zoals een economie die voornamelijk gebaseerd is op de extractieve industrie, een bosbedekking heeft van 93 procent, en het feit dat Suriname een Amazonebekkenland is.
“Suriname zich heeft gecommitteerd aan het Akkoord van Parijs, maar deze verbintenis heeft ook een prijskaartje, aangezien het behouden van het bos en tegelijkertijd het bevorderen van ontwikkeling, uitdagingen met zich meebrengt”, benadrukte de minister.
Minister Ramdin richtte zich op oplossingsgerichte maatregelen en stelde voor dat de internationale gemeenschap de kwetsbaarheid van de SIDS erkent.
Hij zei ook dat er een betere coördinatie moet komen tussen de SIDS en internationale organen gericht op mitigatie en adaptatie, verlies en schade, en dat de effectiviteit van de internationale financiële instituties herzien moet worden. Daarnaast hield de minister zijn gehoor voor dat de rol van nationale en regionale banken verbeterd moet worden met eigen vermogen en ontwikkelingsfinanciering, vooral voor de productie- en connectiviteitssector.
Minister Ramdin merkte vervolgens op dat de SIDS behoefte heeft aan effectieve klimaatfinancieringsinstrumenten, die snel toegankelijk, gedifferentieerd en gericht op de prioriteiten van de SIDS zijn, en dat het beoordelingsproces de urgentie van te ondernemen acties moet erkennen.
Verder gaf de minister mee dat er geïnvesteerd moet worden in human capital, vooral in jongeren, om beter uitgerust te zijn voor collectieve acties op het gebied van klimaatbestendigheid en de Multidimensional Vulnerability Index (MVI) snel in werking moet treden om te leiden tot een beter begrip en economische en financiële beoordeling van de SIDS.
Minister Ramdin gaf tenslotte mee dat het Bridgetown-initiatief met voortvarendheid moet worden aangenomen en hoopt dat de doelen van de conferentie over tien jaar bereikt zullen zijn en dat er dan over andere kwesties gesproken zal worden.
Op de eerste dag van de conferentie heeft de Minister tevens de gelegenheid aangegrepen om bilaterale gesprekken te voeren met de Internationale Organisatie voor Migratie, Chili (als voorzitter van de ECOSOC) en de UNCFD.