De Rekenkamer van Suriname heeft in haar jaarverslag over 2023 aangekondigd, dat zij geen goedkeuring kan verlenen aan de Rekening van Ontvangsten en Uitgaven over het dienstjaar 2021 van negen ministeries. Dit besluit is genomen conform de Wet Rekenkamer Suriname (2019) na grondige controle van de Begrotingsrekening (BR).

Belangrijkste bevindingen:

• Ontbrekende werkprocessen: De werkprocessen bij verschillende ministeries voor de uitvoering van de begroting, documentatie, personeelszaken, salarisadministratie en de secretariaten zijn niet gedocumenteerd.
• Niet-operationele IC-afdelingen: De interne controle (IC)-afdelingen bij het Ministerie van Financiën en het directoraat Algemene en Logistieke Zaken (ALZA) zijn niet operationeel.
• Geen meldingen van fraude: De ministeries hebben geen fraudegevallen gemeld en de Rekenkamer heeft geen accountantsverslagen van de Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) ontvangen.
• Dienstreizen zonder autorisatie: Bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), zijn er twee dienstreizen uitgevoerd zonder de benodigde autorisatie.
• Fouten in rentebetalingen: Het bedrag dat in 2021 aan rentes is betaald, is onjuist verantwoord. Ook bij aflossingen zijn er verschillen geconstateerd door fluctuaties in de valutakoers.
• Onverklaarde financiële verschillen: Verschillen tussen de bedragen in de BR en het Integrated Financial Management Information System (IFMIS) zijn niet verklaard.
• Schaduwadministratie: De afdeling Begrotings- en Financiële Zaken (BFZ) houdt een schaduwadministratie bij, die zij betrouwbaarder achten dan IFMIS.
• Inkomensverschillen bij BIBIS: Er is geen sluitend verband tussen de inkomsten volgens de administratie van het hoofdkantoor en de buitenposten.
• Foutieve registratie van middelen: Bij het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ), zijn ontvangsten hoger dan geraamd, maar de bedragen in de BR zijn onjuist.
• Onvolledige administratie van vergunningsrechten: De ontvangsten van vergunningsrechten voor bedrijfsvestiging zijn niet volledig opgenomen in de administratie.

Algemene conclusies van de Rekenkamer:

• De betrouwbaarheid van de cijfers in de BR 2021 kan niet worden gegarandeerd door de geconstateerde onvolkomenheden in IFMIS.
• IC-afdelingen voeren geen adequate financiële controle uit en ontbreken soms geheel.
• Het principe van checks and balances wordt niet toegepast bij het directoraat Financiën.
• Er is behoefte aan een IT-audit voor IFMIS om de knelpunten te verhelpen.
• Personeelsbestanden en presentielijsten zijn niet goed bijgehouden en beveiligd.
• Uitgavenprocessen volgen de vastgestelde instructies, maar de beheersingsmaatregelen zijn inadequaat.
• Onvolledige mutaties van ambtenaren in de administratie.
• Gebrek aan bewijsmateriaal verhindert een uitspraak over de juistheid van de cijfers in de begroting.
• Er is geen goede coördinatie voor programma 1404 – Bilaterale Betrekkingen.
• Onnauwkeurige optellingen en verwerking van transacties in de financiële administratie.

De Rekenkamer concludeert dat door de bovenstaande onvolkomenheden,  geen goedkeuring kan worden verleend aan de Rekening van Ontvangsten en Uitgaven over het dienstjaar 2021. De betrouwbaarheid en rechtmatigheid van de financiële gegevens kunnen niet worden gegarandeerd.

Bron: VES-Inzicht, mei 2024