De kantonrechter van Paramaribo heeft op 9 april 2024 vonnis gewezen in een van de vele gerechtsprocedures tussen Kirpalani en de ondernemingen van Van den Bergh. In een eerder vonnis, uit juli 2022, had de kantonrechter al bevolen dat De Vliegende Eend en Kwekerij Gerash, machines, geldvorderingen op derde partijen en zekerheden op de aandelen van Van den Bergh in ondernemingen, moesten afstaan aan Kirpalani. De vele geschillen houden verband met investeringen en kredieten door de Kirpalani Group aan de bedrijven van Van den Bergh. De Van den Bergh-bedrijven zijn in verschillende hoger beroepsprocedures en in procedures in Suriname en het buitenland bezig, nog altijd voort te procederen. Ondertussen meent de kantonrechter, dat uitvoering gegeven moet worden aan de levering.
Hoger beroep en andere procedures, schorsende werking van een eerder vonnis niet. Kirpalani heeft expliciet gevraagd om de dwangsommen te verhogen, omdat die niet het gewenste resultaat hebben bereikt.
De kantonrechter heeft daar gehoor aan gegeven, door de dwangsommen te verhogen tot een maximumbedrag van SRD 100.000.000. Met alle lopende rechtszaken is het laatste woord over de kwestie nog niet gezegd, maar de Kirpalani Group is met deze uitspraak in een betere positie om de Van den Bergh-bedrijven te dwingen tot actie.