In een belangrijke rechtszaak die medio maart 2024 werd aangespannen door diverse belanghebbenden, waaronder in stamverband levende gemeenschappen, inheemse groepen, belangenorganisaties, milieuactivisten en juristen, heeft de kantonrechter op 16 mei 2024 een cruciale beslissing genomen ter bescherming van tribale grondrechten in Suriname.
Kortgedingrechter: ‘Mennonieten moeten voldoen aan eisen van betrokken tribale gemeenschappen’
De rechter heeft in deze zaak het principe van ‘informed consent’ van de in stamverband levende gemeenschappen centraal gesteld als voorwaarde voor het toekennen van grondhuur. Dit betekent dat de bereidverklaringen van partijen die grond willen huren, waaronder de Terra Invest Group namens mennonitische landbouworganisaties, eerst moeten voldoen aan de eisen van de betrokken tribale gemeenschappen. Voorlopig heeft de kortgedingrechter geoordeeld dat deze eisen grotendeels niet zijn ingewilligd.
Opmerkelijk is dat de aanvragers zelf niet verantwoordelijk worden gehouden door de rechter, en alle vorderingen tegen hen zijn afgewezen. Echter, de staat is veroordeeld tot het respecteren van de rechten van in stamverband levende gemeenschappen, onder dreiging van dwangsommen tot een maximum van SRD 10 miljoen.
Hoewel de kortgedingrechters geen verplichting hebben opgelegd met betrekking tot de Milieu Effecten Analyse onder de Milieu Raamwet, markeert deze uitspraak een belangrijke stap in de bescherming van tribale grondrechten in Suriname.
Deze rechtszaak is een belangrijke mijlpaal, vooral gezien de recente berichten vanuit het bestuur dat de komst van de mennonieten niet in dezelfde vorm zal doorgaan, en toont aan dat de belangen van in stamverband levende gemeenschappen serieus worden genomen.
Echter, milieudeskundige en activist John Goedschalk, die een cruciale rol heeft gespeeld in het mobiliseren van belanghebbenden en het vestigen van de publieke aandacht op deze kwestie, heeft nog steeds geen inhoudelijk antwoord ontvangen van de president, ondanks zijn inspanningen om de fundamentele rechten op zowel milieu- als tribaal gebied te verdedigen.
De uitspraak van de kortgedingrechter bevestigt dat de internationaal erkende norm van Free Prior Informed Consent ook in het nationaal recht moet worden gerespecteerd en nageleefd, voornamelijk door de staat Suriname, ten opzichte van de in stamverband levende gemeenschappen.