Anastasia Guscina, plaatsvervangend afdelingshoofd bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en teamleider bij de zesde review, besprak afgelopen vrijdag in een ontmoeting met journalisten, verschillende onderwerpen die betrekking hebben op de steun van de Wereldbank aan de regering. Guscina zei dat een toename in de steun van de Wereldbank en de focus op ministeries plaatsvindt, met name het ministerie van Financiën. Ze benadrukte het belang van de gezondheid en economische groei en de behoefte aan bestuurshervormingen.
Voorts wees ze erop, dat De Nationale Assemblee (DNA) vergaderde om hervormingen te bespreken op het gebied van aanbestedingen en om de transparantie en verantwoordingsplicht in overheidsprocessen te verbeteren.
Ze is van mening dat de behoefte aan transparantie in overheidscontracten en de identificatie van bedrijven die betrokken zijn bij economische projecten van belang zijn en die betrokken zijn bij aanbestedingen.
Stanley Raghoebarsing, minister van Financiën, zei dankbaar te zijn voor de relatie tussen de overheid en tegenhangers, waaronder de vakbeweging, het maatschappelijk middenveld, en het belang van fiscale verantwoordelijkheid met betrekking tot de uitgaven.
Voorts zette Raghoebarsing vraagtekens bij de duurzaamheid van buitensporige subsidies en de opportuniteitskosten van het niet toewijzen van middelen aan andere gebieden zoals onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. De governor van de Centrale Bank, Maurice Roemer, sprak over het perspectief van de Centrale Bank, waarbij volgens hem de nadruk ligt op het monetaire deel van het IMF-programma. Hij benadrukte het belang van inflatiebeheersing en de inspanningen die worden geleverd om de inflatie terug te dringen. Zo besprak hij ook het streefcijfer voor de inflatie dat wordt genoemd (van 65 naar 40 thans 32) en de stabilisatie van de valutamarkt en de wisselkoersen.
Roemer gaf toe, dat stabiliteit niet betekent dat er geen kleine schommelingen zullen zijn en benadrukte de noodzaak een veel lagere inflatie te bereiken om de koopkracht voor de consumenten te verbeteren.
Over het algemeen is zijn zienswijze dat het belang van overheidshervormingen, transparantie, fiscale verantwoordelijkheid en inflatiebeheersing is om economische groei te bevorderen en het welzijn van de bevolking te verbeteren. “De relatie tussen de regering en externe partners zoals de Wereldbank werd belicht, evenals de inspanningen om de munteenheid te stabiliseren en de inflatie te verlagen”, aldus Roemer.
Tijdens de zesde review van het IMF-team, sprak minister Raghoebarsing over de samenwerking tussen de Centrale Bank en het ministerie van Financiën met betrekking tot de financiële aspecten van inkomsten en uitgaven. Hij legde de nadruk op het bereiken van macro-economische stabiliteit en het creëren van voorwaarden voor reële economische groei. Ook merkte hij op dat de nadruk gelegd moet worden op het versterken van instellingen, niet alleen in de financiële sector, maar ook op microniveau, waaronder het bedrijfsleven en de particuliere sector.
Ragoebharsing noemde de positieve resultaten die bereikt zijn, dankzij de opofferingen van de hele bevolking en benadrukte het belang van het verder verhogen van de inkomsten en het beheersen van de kosten, om zo de doelstellingen van het IMF te halen. Uitdagingen zijn onder andere het verhogen van de inkomsten, betere kostenbeheersing en het aanpakken van ongeregistreerde personen voor subsidie van de aanpassingen van de EBS-tarieven.
Raghoebarsing is optimistisch over de vooruitgang van ons land en het groeiende gevoel om de crisis te boven komen en het vertrouwen onder de bevolking. Guscina merkte op dat de gesprekken die het IMF heeft gehad met betrekking tot verschillende organisaties en voorstellen die vanwege de gemeenschap kwamen, ook terug te vinden zullen zijn het programma.
“Het is moeilijk voor mensen de subsidies op energie te accepteren. De regering heeft moeite met het omgaan met de mensen, omdat zij liever niet willen betalen”, aldus Raghoebarsing. Volgens hem wordt er te veel door de overheid toegepast. Hij sprak over de staatskosten die volgens Raghoebarsing stijgen, maar door een goede aanpak teruggelopen zijn. Volgens hem is het niet de eerste keer dat hieraan wordt gewerkt.
“De staatshuishouding moet verbeterd worden en wel over alle ministeries. Het alternatief is erger dan de fiscale consolidatie onder het huidige programma, namelijk depreciatie van de wisselkoers en hyperinflatie”, aldus Raghoebarsing.
Hij is van mening dat de bevolking een manier heeft gevonden, om zich aan te passen aan de nieuwe realiteit van hoge elektriciteitsrekeningen. “Het afschaffen van subsidies moet agressiever gebeuren dan in 36 maanden. De regering heeft geprobeerd om de armen en de middeninkomens te beschermen, maar er is nog steeds behoefte aan subsidie op de elektriciteitsrekeningen”, aldus de minister. Hij vertelde dat dit een pijnlijke situatie is en er wordt ondermaats geïnvesteerd in sociale uitgaven. “De regering heeft gevraagd om meer uitgaven, maar er is geen ruimte hiervoor”, zei Raghoebarsing.
Hij besprak de alternatieve opties en maatregelen die zijn genomen als reactie op bepaalde kwesties. Er wordt gesuggereerd dat niets doen, zou hebben geleid tot een hoge stijging die vooral de armste groepen zou hebben getroffen en degenen die tot 400 kWh elektriciteit per maand verbruiken.
Raghoebarsing stelde dat er maatregelen moeten worden genomen, ook al zijn ze niet democratisch van aard, omdat ze voorkomen dat de samenleving verslechtert. “Bepaalde groepen, zoals degenen die tot 400 kWh verbruiken en de middenklasse tot 900 kWh, worden vrijgesteld van prijsverhogingen”, aldus de minister. Hij wees ook erop, dat de noodzaak bestaat om meer informatie te verstrekken en rekening te houden met degenen die minder verbruiken.
De stabiliteit van de brandstofprijzen werd benadrukt en bedrijven worden opgeroepen de prijzen voor consumenten te verlagen. Daarnaast benadrukte Raghoebarsing het belang van het innen van inkomsten en het verminderen van uitgaven om het gat in de begroting te dichten. Tevens ging hij in op de noodzaak om het sociale programma op te voeren en betalingskwesties te beheren.