Over de ‘koloniale’ onzin van de PALU

Reactie op anoniem artikel d.d. 5 mei 2024

Het is de schrijver van het artikel: ‘De koloniale onzin van de PALU’, kennelijk totaal ontgaan dat de door de voormalige en nieuwe koloniale heersers ontwikkelde ‘rules based order’ op dit moment onderhevig is aan enorme kritiek. Kritiek die vooral geleverd wordt door landen die zich in een vergelijkbare financiële en economische situatie als Suriname bevinden. Dat blijken vooral landen van het zuidelijk halfrond te zijn. De kritieken richten zich op het westerse systeem dat eenzijdig in het voordeel van de westerse landen zou werken ten koste van de landen van het zuidelijk halfrond. Weten de landen van het zuidelijk halfrond dan niet waar ze het over hebben of waar hun werkelijke belangen zouden liggen? Of is het de gewoonste zaak van de wereld dat de belangen van de westerse wereld gaan boven de belangen van iedereen die buiten die kring valt? Of snapt de Surinaamse progressieve beweging haar eigen belang niet?

De samenwerking waar de schrijver van het artikel over rept, is geen vanzelfsprekendheid en leidt zelden (gezien de ruime internationale ervaring) tot win/win overeenkomsten. Een deel van die landen dat zich verzet tegen de westerse hegemonie, heeft zich inmiddels verenigd in de BRICS om hun kritiek kracht bij te zetten. De westerse landen, met wie de schrijver van het artikel graag wil samenwerken (re-kolonisatie?), zijn dankzij hun instituten (BIS, IMF, de Wereldbank, WEF, enz.) in staat om de globale economie naar hun hand te zetten, zonder rekening te houden met de meningen van de globale meerderheid (het zuidelijk halfrond). Van win/win samenwerking is nauwelijks sprake, getuige de structurele armoede en de enorme tegenwerking die landen van het zuidelijk halfrond ondervinden in hun proces van dekolonisatie en herstel van hun soevereiniteit.

De progressieve beweging in Suriname begrijpt wel degelijk hoe de (post)koloniale verhoudingen tussen Suriname en Nederland liggen en welke plaats Suriname inneemt in het internationale krachtenspel dat er inmiddels drastisch anders uitziet dan zelfs nog maar vijf jaar geleden. Ook nationaal ligt het krachtenveld anders dan bij de voorgaande verkiezingen. De Surinaamse burger is tot op het bot financieel, moreel en sociaal uitgekleed, vreest voor de afkalving van zijn burgerlijke vrijheden en nadert de wanhoop. De Surinaamse kiezer weet inmiddels als geen ander dat de politieke partijen die kiezers paaien met voedselpakketten, T-shirts, en dergelijke, over het algemeen die partijen zijn bij wie de inhoud van hun verkiezingsprogramma veel te wensen overlaat. De vraag is dan ook: wat is dan het alternatief? Nu eindelijk een keer de progressieve beweging de kans geven? Wat hebben we te verliezen? Van de progressieve beweging is alleen de NDP er in geslaagd om een ruim mandaat van de kiezer te krijgen, zonder dat het jammer genoeg heeft geleid tot een blijvende verbetering van de situatie. Daar zou het publieke debat over moeten gaan. Journalisten hebben een belangrijke taak en verantwoordelijkheid in het objectief voorlichten van de burger. Het maken van onpartijdige inhoudelijke vergelijkingen tussen de verkiezingsprogramma’s van de kandidaten zou de kiezer kunnen ondersteunen in het maken van een weloverwogen keuze, in plaats van propaganda te bedrijven waarin wordt voorbijgaan aan het nationale belang. De komende verkiezingen zijn een uitgelezen mogelijkheid voor de Surinaamse kiezer om definitief af te rekenen met een verleden van stagnatie en verval en te kiezen voor een andere benadering. Dat de partijen (oud en nieuw) die in de regering een meerderheid hebben gehad weinig van blijvende waarde hebben gebracht, moge duidelijk zijn.

  1. Aikman

More
articles