In zijn laatste bulletin haalt de Suriname Economic Oversight Board (SEOB) aan, dat in het kader van het versterken van de monetaire autoriteit, er enkele belangrijke stappen zijn gezet, zoals de wijziging van de Bankwet en de herkapitalisatie, die in 2023 zijn afgekondigd. “Deze ontwikkelingen markeren een mijlpaal, maar er zijn nog enkele hiaten die de onafhankelijkheid van de Centrale Bank kunnen aantasten. Om dit aan te pakken, pleiten wij voor het instellen van een corporate governance code die de opvolgingsplanning van de top, voornamelijk de Raad van Commissarissen en directie, en transparante besluitvorming omvat.
Bovendien raden wij aan om de deviezencommissie onder te brengen bij de Centrale Bank, aangezien dit overeenkomt met best practices en de taak van centrale banken omvat.” Volgens de SEOB is het publiceren van gedegen financiële jaarrapportages cruciaal om de transparantie te waarborgen en herkapitalisatie volgens het IMF-programma mogelijk te maken. “Ook moet er meer aandacht worden besteed aan het betaalsysteem, waarvoor momenteel onvoldoende regelgeving en toezicht bestaat in Suriname.” Verder stelt de SEOB dat wat betreft het ministerie van Financiën en Planning en zijn werkarmen, de afbouw van subsidies – in het bijzonder op brandstof – heeft bijgedragen aan een afname van de druk op het overheidsbudget, waardoor inflatie en de wisselkoers een dalende trend vertonen. “Naast goed monetair beleid is het van essentieel belang om een beheersbaar budgettair beleid te voeren om stabiliteit te waarborgen. Om de inspanningen van de afgelopen periode te verduurzamen, raden we aan om binnen het ministerie van Financiën en Planning een goed opvolgings- en educatieplan te implementeren en sleutelfuncties te verduurzamen middels wetgeving.
Hetzelfde geldt voor het Bureau voor de Staatschuld, dat versterkt moet worden om zijn taken effectief uit te voeren”, aldus de SEOB. Het is volgens de SEOB ook raadzaam om wetgeving te introduceren om het begrotingsbeleid naar de toekomst toe beheersbaar te houden, vergelijkbaar met het Verdrag van Maastricht in de Europese Unie, waarbij het begrotingstekort niet groter mag zijn dan 3 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). “De aanname en implementatie van een nieuwe aanbestedingswet zijn van groot belang om corruptie te verminderen en de kosten voor de overheid te verlagen.”
Tenslotte moeten de instituten die vallen onder het ministerie van Financiën en Planning, waaronder de Belastingdienst, worden versterkt, verzelfstandigd en getransformeerd om optimaal te functioneren en een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingsrichting van het land. Dit omvat zowel kwalitatieve als kwantitatieve versterking, evenals de transformatie van het inningskantoor naar een revenue generator die aansluit bij de ontwikkelingsdoelen van het land.
