TOENEMENDE MISÈRE

De economische crisis in ons land is nog lang niet voorbij. Hadden we het in begin 2020 al heel erg moeilijk met stijgende prijzen en afnemende koopkracht, kreeg de totale staatshuishouding nog een vernietigende dreun door de covid-19 pandemie. Tot op heden zijn bepaalde bedrijven deze economische klap niet helemaal te boven gekomen. Bovenop deze pandemie kregen we ook nog te maken met een stijgende wisselkoers en een toename van prijzen en diensten, terwijl de lonen maar weinig stegen.

De brandstofprijzen die ook zogeheten marktconform moesten worden gemaakt, waren voor velen killing en veroorzaakten wederom stijgende tarieven voor goederen en diensten. Dit maakt dat de doorsnee burger zich steeds minder kan veroorloven en elke dag moet hosselen, om het hoofd boven water te houden. Nu worden we ook nog geconfronteerd met verhoogde tarieven voor nutsvoorzieningen, terwijl er uit productie nauwelijks meer wordt verdiend. Over een toegenomen export willen we helemaal niet praten, want die is er nauwelijks, behalve dan wat er naar extern wordt gesmokkeld. En als we het in de hoofdstad en aan direct aangrenzende gebieden moeilijk hebben, wat moet het dan niet zijn in het verre binnenland, dat bevoorraad moet worden over de weg, het water en in mindere mate door de lucht? Als overmaat van ramp hebben we in de Guyana’s al geruime tijd te maken met een aanhoudende droogte, die bepaalde rivieren hier en daar heeft drooggelegd of onbevaarbaar gemaakt. De binnenlandbewoners die over de rivier moeten worden bevoorraad, zijn door deze slechte klimatologische omstandigheden, die te wijten zijn aan het El Niño verschijnsel, in de grootste problemen geraakt, omdat heel wat producten niet meer over het water kunnen worden aangevoerd. Luchttransport blijkt geen optie te zijn, omdat het onbetaalbaar is en op de overheid kan geen beroep gedaan worden, omdat ze als grote wanbetaler bij de luchtvaartmaatschappijen bekend staat. Alleen veel regen en wel op korte termijn, kan de problemen in het achterland verlichten, maar een positieve verandering in het weer ziet er momenteel niet naar uit, althans niet op korte termijn. Ook de medische voorziening en het onderwijs hebben te lijden  in het binnenland. Onderwijzers willen niet op de post blijven als er geen goed drinkwater is en onvoldoende voedsel wordt aangevoerd, en voor wat betreft de medische hulp is het inmiddels ook al hommeles in het achterland, omdat de overheid de Medische Zending zeer slecht betaalt en deze hulporganisatie in steeds grotere financiële problemen belandt.

De Medische Zending kan de Missionary Aviation  Fellowship, MAF, ook niet op tijd voor zijn diensten betalen, omdat de overheid ook niet tijdig over de brug komt. De problemen zijn legio en worden door tal van prijsstijgingen, inflatie en begrotingstekorten alleen maar erger.  De overheid werkt overduidelijk met ad-hoc-ingrepen, omdat ze over zeer onvoldoende geld beschikt, om alles redelijk draaiende te houden. De binnenlandbewoners trekken hard aan de bel en vertellen in alle toonaarden over de misère die thans wordt ervaren, maar ook de overheid zit grandioos klem. Men kan dan ook niet verwachten van deze overheid dat ze over een toverstaf beschikt. Ze zal wel moeten trachten om het leed in het achterland zoveel mogelijk te verzachten. Onder deze omstandigheden is het nou eenmaal niet anders. Zolang de verdiencapaciteit van de regering en ook het hele land niet omhoog gaat door een verhoogde productie en bonafide export, zullen we nog geruime tijd in deze crisis blijven verkeren. Er is daarom maar één oplossing: harder werken, meer produceren voor export, dan zal het tij uiteindelijk zeker keren.

More
articles