Permanand Sewdien, minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), heeft kortgeleden gewezen op de inspanningen om de melkveesector in Suriname nieuw leven in te blazen. Hij benadrukte dat de melkveehouderij passie en een band met dieren vereist, in plaats van zich alleen te richten op het financiële aspect.
De minister erkende de problemen waar melkveehouders mee te maken hebben, waaronder de noodzaak van hogere vergoedingen voor hun melk en vooral een afnemende belangstelling voor het beroep onder jongeren. Om de sector te kunnen ondersteunen, is de regering van plan om vee uit Brazilië te importeren, hoewel het proces niet zo snel verloopt als gewenst vanwege de protocollen en infrastructuur, die moeten worden opgezet.
Minister Sewdien verzekerde melkveehouders van optimale steun van de overheid en zei dat er betalingsregelingen zullen worden getroffen om de financiële lasten te verlichten. Hij benadrukte het belang van de melkveesector voor de voedselzekerheid in Suriname, aangezien de wereldwijde aanvoer van melkpoeder steeds moeilijker wordt. Het doel is om lokale productie aan te moedigen en zelfvoorziening in zuivelproducten te bereiken. De eerste partij koeien zal in quarantaine gaan, voordat ze naar Suriname wordt getransporteerd om de import van ziektes te voorkomen. Hij benadrukte de behoefte aan duidelijkheid over de prijs en de betalingsmethode.
Mukesh Ramlagan van de Veehoudersbond Suriname (VBS), vertelde dat de LVV-minister Sewdien niets heeft gezegd over bepaalde jongeren die hij naar voren wil schuiven, in de verwachting dat ze het voorgeschoten bedrag voor de aankoop van de importkoeien op korte termijn terug zullen kunnen betalen. Ook maakte hij duidelijk dat de toewijzing van importkoeien, waarschijnlijk zowel via zijn organisatie als de Melkcentrale zal geschieden. Ramlagan twijfelt nog over het afzonderen (in quarantaine) van de dieren voor een bepaalde tijd, bijvoorbeeld voordat ze worden overgedragen aan de toegewezen boeren. Doel van de quarantaine is het verminderen van het risico, dat de dieren ander vee besmetten. Volgens Ramlagan is aan LVV gevraagd, de koeien bij aankomst voor enige tijd in quarantaine te houden, alvorens de toewijzing kan plaatsvinden. ‘’LVV vindt dat je zou moeten nemen wat je wordt aangeboden. Je vraagt je af, of je de dingen goed doet. Er is onzekerheid over het tijdschema voor de aankomst van het vee en de toegepaste criteria om in aanmerking te komen voor overheidssteun’’, aldus Ramlagan.
Eerder had Ramlagan aan minister Sewdien gevraagd een commissie in te stellen, om de melkboeren te begeleiden die op het aanbod van de overheid willen ingaan. Toen waarschuwde hij reeds voor individuen die zich voordoen als boeren of veeopkopers, om de nietsvermoedende boeren te misleiden. Ramlagan benadrukte ook wederom de noodzaak van een veemarkt in Suriname, met name in Nickerie, om kleine boeren daarbij te ondersteunen en voorkomen dat zij het slachtoffer worden van opportunistische opkopers van vee.
Echter begreep Ramlagan niet zo goed waarom Sewdien praat over jongeren die eerst in aanmerking zouden moeten komen tegenover de bestaande melkveeboeren die stallen hebben opgeknapt, weilanden onderhouden en in gereedheid gebracht voor het opvangen van de meergenoemde importkoeien. Volgens Ramlagan zijn vooral de bestaande boeren achteruitgegaan door de slechte inkomsten, waarmee ze moesten trachten het vee te behouden in de afgelopen jaren. In de afgelopen jaren heeft de melksector in Suriname te kampen gehad met enorme problemen als gevolg van een gebrek aan stimuleringsmaatregelen van de overheid, waardoor de melkproductie erg is afgenomen. De aankomst van de eerste partij van 400 melkkoeien uit Brazilië wordt in april verwacht en na een quarantaineperiode zouden ze volgens zeggen van de overheid, worden verdeeld onder melkveehouders.
In het algemeen worden inspanningen gedaan om de melkveesector in Suriname nieuw leven in te blazen door steun te verlenen aan melkveehouders, vee te importeren en de lokale melkproductie te bevorderen om zelfvoorzienend te worden en de afhankelijkheid van geïmporteerde melkpoeder te verminderen.