Wie het internationale nieuws op de voet volgt en een redelijk analytisch vermogen heeft, kan concluderen wat de gevolgen zijn van de vijandigheden en beschietingen die momenteel plaatsvinden in de Rode Zee, die in noordelijke richting een verbinding heeft met het Suezkanaal, dat ten oosten ligt van Egypte en uitkomt in de Middellandse Zee. Een voor de wereldhandel zeer belangrijke vaarroute en dan wel in het bijzonder voor goederen die uit het Verre Oosten komen en waar een groot deel van de wereld van afhankelijk is. Op dit ogenblik willen veel rederijen niet meer door de Rode Zee met duizenden stalen vrachtcontainers en andere vracht varen, omdat Houthi-strijders uit Yemen, ondersteund door Iran, beschietingen uitvoeren op de vrachtschepen. Dit doen de Houthi-strijders uit solidariteit met het Palestijnse volk van Gaza, dat momenteel enorm te lijden heeft onder Israëlische bombardementen. Maar deze Houthi-raketbeschietingen en aanvallen op koopvaardijschepen, hebben wel tot gevolg dat bepaalde rederijen het risico niet willen nemen, toch door de Rode Zee te varen en de route Kaap de Goede Hoop (Zuid-Afrika) prefereren. Dit alternatief in de vaarroute maakt dat de verschepingskosten per vrachtcontainers met honderden procenten reeds zijn toegenomen en alle goederen uit het Verre Oosten vele malen duurder zal maken over de gehele wereld, en dus ook voor Suriname.
Zolang de oorlog in Gaza voortduurt en de spanningen in het Midden Oosten verder toenemen, zullen de vrachtkosten heel hoog blijven en ook de prijzen van goederen, die ook wij importeren, aanmerkelijk duurder worden. En dan moeten we er niet vanuit gaan, dat we dan maar geen goederen uit de landen uit het Verre Oosten moeten kopen of importeren. Goederen uit Europa bijvoorbeeld, komen ook voor een deel uit landen als China, Japan, Zuid-Korea, Thailand en Indonesië. Halffabricaten en grondstoffen uit het Verre Oosten die men in West-Europa nodig heeft, gaan normaliter met enorme vrachtvaarders door de Rode Zee en het Suezkanaal en Middellandse Zee naar Europa. Dus daar zullen de extra kosten voor eindproducten ook doorberekend worden in harde valuta, dollar en euro. Ook in ons land mogen we daarom onze borst wederom nat maken voor deze externe inflatie, waar wij mee te maken zullen krijgen. Niet alleen goederen uit bijvoorbeeld China, Zuid-Korea, Thailand , Japan en Maleisië zullen duurder worden, maar alle goederen uit landen die voor hun halffabricaten en grondstoffen afhankelijk zijn uit dit deel van de wereld. Wanneer de goederen in onze winkels en supermarkten ineens weer duurder worden, zal dat niets te maken hebben met een instabiele of stijgende wisselkoers voor de dollar en de euro, maar zeker wel met de externe inflatie. Men doet er daarom goed aan, de internationale verwikkelingen goed te volgen en niet wederom en gelijk met de beschuldigende vingers te gaan wijzen naar de regering en de groot- en kleinhandel.