“De Monthly Economic Activity Index ( MEAI) van de CBvS vertoont een opwaartse beweging vanaf juli 2023. De groei in augustus 2023 kwam volgens de index uit op 0,3%. Deze opwaartse beweging in economische activiteit is vooral het gevolg van een toegenomen activiteit in de horeca-gerelateerde sectoren alsook in de primaire sector, namelijk landbouw, jacht, bosbouw en visserij. Echter krompen de handelssectoren. De CBvS berekent de MEAI met data die zij maandelijks haalt uit een steekproef van 200 bedrijven, alsook uit andere databanken”, aldus de Suriname Economic Oversight Board (SEOB) in zijn 7e bulletin.
Volgens de SEOB vertoonde de lopende rekening van de betalingsbalans in het derde kwartaal van 2023 een overschot van USD 95,8 miljoen. “Deze werd vooral gedreven door de goederenrekening die een saldo van bijna USD 230 miljoen noteerde in deze periode. Terwijl de importen min of meer onveranderd bleven, steeg de goederenexportwaarde vooral vanwege de goud- en de olie-exporten. De stijging in de exportwaarde van olie was vooral gerelateerd aan de stijging in mondiale olieprijzen. De financiële rekening van de betalingsbalans vertoonde in het 3e kwartaal van 2023 een uitstroom van USD 21,8 miljoen. Per saldo vond er na correctie voor statistische verschillen een deviezen-instroom plaats van USD 21,1 miljoen.”
Inflatie
De SEOB stelt voorts dat in november de inflatie verder daalde naar 38,7 procent, vanwege het stabiliseren van de wisselkoers en het verder dalen van de pompprijzen. “Als gevolg hiervan is de maandinflatie op een neerwaartse trend en daalde in november naar 0,6%. Prijzen in de categorie Nutstarieven stegen gemiddeld met circa 2%. Ten opzichte van 2022, werden de prijsstijgingen veroorzaakt door stijgingen in voedselprijzen, nutstarieven en transport.
De gemiddelde 12-maandse inflatie kwam neer op 53,8% in november.” Volgens de SEOB bewerkstelligde de verkrapping in geldaggregaten rust op de wisselkoersmarkt. “Dit zorgde mede ervoor dat het wisselkoerseffect op de inflatie afnam.
De verkrapping van het geldaanbod is enerzijds het gevolg van monetair beleid en anderzijds het uitblijven van excessen in de fiscale sfeer gedurende de eerste helft van 2023. Internationale prijsstijgingen, verdere afbouw van subsidies voor nutstarieven, alsook overheidsuitgaven, afhankelijk van hun omvang, kunnen een verdere druk leggen op de lokale inflatie op korte termijn.
Internationale onzekerheden vloeien vooral voort uit zich ontwikkelende geopolitieke conflicten.” De SEOB wijst erop dat een dalende koers een teken is dat de markt voor vreemde valuta zich aan het herstellen is. “Doch, een te rap dalende koers kan disruptief werken richting onder andere de overheidsfinanciën (inkomsten in vreemde valuta worden lager) en exporten die duurder worden.”