Staatsolie CEO Annand Jagesar, heeft tijdens zijn presentatie op de Nieuwjaarsreceptie van de Vereniging van Economisten (VES), met als titel: ‘Suriname nooit meer arm’, een groot deel van zijn gehoor aandachtig doen luisteren. Waarschijnlijk raakte hij daarmee een ideologie, die gebaseerd is op de idee dat mensen trouw zijn aan de eigen staat of natie of het eigen volk. Hij riep de Surinamer op tot een nationale discussie om zo mee te werken aan het belang van ons land, om zo nooit meer arm te worden. Volgens Jagesar zijn er te weinig financiële mogelijkheden om voorzieningen te bekostigen, die de ontwikkeling van andere productiesectoren bevorderen. Hij wees erop dat er onvoldoende inkomen is voor bijvoorbeeld de onderwijssector, voeding of een goede woning. Hij ziet graag dat er meer initiatieven worden ontplooid, en meer Surinamers worden betrokken bij de local content voor wat betreft het ontginnen van aardolie. Jagesar wees op het vooruitzicht van de offshore ontdekkingen sedert 2020 en dat Suriname evenals Guyana, gaat komen op de ‘golden line’ door de inspanning die Surinamers zich zouden kunnen getroosten in de ontwikkeling van de aardolieproductiesector, maar ook op andere gebieden. “Nu Suriname voldoende reserves heeft, is CEO Patrick Pouyanné van Total Energies overgevlogen om de start van een project aan te kondigen met een investering van USD 9 miljard.

De eerste aardolieproductie zal in de tweede helft van 2028 beginnen. Contracten met oliemaatschappijen zijn goed afgesloten’’, aldus Jagesar. Hij maakte duidelijk dat Staatsolie de contracten om de twee jaar vergelijkt met die in andere landen wereldwijd. Tot nu toe blijkt dat ons land strenge eisen heeft gesteld aan contractors en Suriname verdient meer dan 60% -70% van alle netto-inkomsten. Staatsolie neemt voor 20% deel in het olieproject, de laagste kostprijs van USD 20 per barrel. Daarom is deelname aan het project verstandig, maar het kost het bedrijf USD 1.8 miljard, de grootste investering ooit. Er bestaan verschillende manieren voor Staatsolie om geld binnen te halen. Ten derde ontbreekt er een uitgebreide studie volgens Jagesar, alleen een ‘teaser’ is getoond. Jagesar verwacht dat Suriname en Guyana samenwerken en hierdoor genoeg reserves hebben voor een gasproject. Dit zal waarschijnlijk pas na 2030 plaatsvinden. Redenen voor de FID-verschuiving zijn volgens Jagesar, regeringsvertraging. Suriname heeft minder aangetoonde reserves dan Guyana. De Liza-bron van ons buurland heeft 2 miljard barrels, terwijl Suriname twee bronnen heeft met in totaal 700 miljoen barrels. Daarnaast heeft ons land pas na vijf jaar olie gevonden in vergelijking met Guyana. De KesKesi-bron bevatte geen winbare olie en daardoor moest de FID worden gewijzigd. Suriname heeft minder aangetoonde reserves dan Guyana.

Jagesar is van mening dat de ontwikkeling van de gasproductie in de wereld momenteel te duur is om tot winning over te gaan. Voor wat de koolstoffen betreft, pleit hij voor sociale rechtvaardigheid en voorlopig ons niet te richten op gas.